Door onderaannemers ten onrechte in rekening gebrachte btw niet aftrekbaar

Door onderaannemers ten onrechte in rekening gebrachte btw niet aftrekbaar

Op 8 december 2015 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de door onderaannemers in rekening gebrachte btw niet als inkoop-btw aftrekbaar is, omdat de op de facturen vermelde btw wegens de toe te passen verleggingsregeling ten onrechte in rekening is gebracht.

Belang voor de praktijk
Het doel van de verleggingsregeling in de bouwnijverheid is te voorkomen dat in een door de wetgever als risicovol beschouwde sector de situatie ontstaat dat in rekening gebrachte btw niet wordt afgedragen, maar wel in aftrek moet worden toegelaten. Dit wordt voorkomen doordat de onderaannemer de btw over de werkzaamheden verlegt naar de aannemer. De aannemer vult deze btw in op zijn btw-aangifte als te betalen btw en als voorbelasting. Uit de onderhavige uitspraak blijkt dat wanneer de verleggingsregeling niet wordt toegepast en door onderaannemers ten onrechte btw in rekening wordt gebracht, deze btw niet aftrekbaar is.

Feiten
X is werkzaam in de bouwnijverheid en maakt daarbij gebruik van onderaannemers. Twee onderaannemers passen de verleggingsregeling niet toe, maar brengen btw aan X in rekening. De inspecteur heft de in aftrek gebrachte inkoop-btw bij X na. Volgens de inspecteur is de door de onderaannemers in rekening gebrachte btw niet als inkoop-btw aftrekbaar, omdat op de door deze ondernemers verrichte prestaties de btw-verleggingsregeling van toepassing is. X stelt zich op het standpunt dat de inspecteur toestemming heeft gegeven aan de onderaannemers om op hun facturen aan X btw in rekening te brengen en ermee heeft ingestemd dat X deze btw als inkoop-btw kan aftrekken van de door hem verschuldigde btw.

Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inspecteur toestemming heeft gegeven voor het in rekening brengen van btw, omdat de door X overgelegde brief van de inspecteur als vals moet worden aangemerkt. Door de onderaannemers is ten onrechte btw aan X in rekening gebracht, omdat de verleggingsregeling had moeten worden toegepast.
De rechtbank staat geen aftrek toe, omdat de betreffende onderaannemers de btw niet hebben voldaan en X wist dat in de bouwnijverheid de verleggingsregeling moet worden toegepast. De rechtbank kent wel een dwangsom toe en een immateriĆ«le schadevergoeding wegens termijnoverschrijding. 

Publicatiedatum: 15 januari 2016


Deel dit nieuwsbericht