Door uitzendbureau gehouden collectiviteitskorting is belast met btw

Door uitzendbureau gehouden collectiviteitskorting is belast met btw

Op 25 oktober 2019 is een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch gepubliceerd of een collectiviteitskorting een vergoeding is voor een prestatie en zo ja, of die prestatie is vrijgesteld van btw.

Feiten
Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de btw die bestaat uit A bv en X bv. X bv heeft uitzendkrachten in dienst. Uitzendkrachten hebben de mogelijkheid om zich via X bv aan te melden bij een zorgverzekeraar. Na aanmelding van de uitzendkracht bij de zorgverzekeraar komt een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand tussen de uitzendkracht en de zorgverzekeraar. X bv wordt door de uitzendkracht gemachtigd om de verschuldigde zorgverzekeringspremie (hierna: de premie) zoals in de polis is vermeld op het nettoloon in te houden. X bv betaalt namens de uitzendkracht premies door aan de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar biedt een collectiviteitskorting. Deze korting wordt door X bv in mindering gebracht op de op het nettoloon ingehouden zorgverzekeringspremie. X bv betaalt aan de zorgverzekeraar dus de op het nettoloon van de werknemer ingehouden zorgverzekeringspremie verminderd met de collectiviteitskorting.

Gerechtshof
Is de door X bv gehouden collectiviteitskorting een vergoeding voor een dienst?
De feitelijke situatie is als volgt. De fiscale eenheid onthoudt een collectiviteitskorting aan degene die daar in beginsel recht op heeft: de uitzendkracht, terwijl deze daar geen weet van heeft. En de zorgverzekeraar verstrekt een collectiviteitskorting aan de uitzendkracht, terwijl de zorgverzekeraar er geen weet van heeft dat deze niet ten goede komt aan de werknemer. Onder deze omstandigheden kan niet worden gesteld, dat de fiscale eenheid een vergoeding (in de vorm van de behouden collectiviteitskorting) van de uitzendkracht heeft bedongen. Evenmin kan worden gesteld dat de fiscale eenheid een vergoeding van de zorgverzekeraar heeft bedongen voor door haar aan de zorgverzekeraar verleende diensten. Bedingen vereist immers dat de wederpartij daar weet van heeft.
Het kan echter niet anders zijn dan dat X bv de collectiviteitskorting behoudt, en niet doet toekomen aan de uitzendkracht, als vergoeding voor haar werkzaamheden in verband met het voor de uitzendkracht afsluiten van de zorgverzekering, het inhouden op het loon en het doorbetalen van de zorgverzekeringspremie en andere handelingen in verband met het tot stand brengen van de zorgverzekering tussen de uitzendkracht en de zorgverzekeraar. De omstandigheid dat de collectiviteitskorting wordt verleend door de zorgverzekeraar en dat het door X bv behouden van de collectiviteitskorting is gebeurd zonder dat de uitzendkracht daar weet van heeft en dat dit behouden (wellicht) in strijd is met artikel 44a van de ‘Collectieve Arbeidsovereenkomst voor Uitzendkrachten’, staat aan deze conclusie niet in de weg. De door X bv gehouden collectiviteitskorting is daarmee een vergoeding voor diensten van de fiscale eenheid aan de uitzendkrachten.

Is op de collectiviteitskorting de vrijstelling voor assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen van toepassing?
De fiscale eenheid mag de vrijstelling voor assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen niet toepassen. Hoewel X bv rechtsbetrekkingen onderhoudt met zowel de verzekerde (uitzendkracht) als de zorgverzekeraar, is evident dat haar beroepsactiviteiten in de kern zijn het bemiddelen tussen werknemers en werkgevers en dat haar beroepsactiviteiten niet in de kern bestaan uit het werven voor de zorgverzekeraar van potentiele verzekerden en het afsluiten van zorgverzekeringen voor uitzendkrachten. X bv is immers geen intermediair tussen de zorgverzekeraar en personen, die niet tevens door haar als uitzendkracht worden uitgezonden.

Publicatiedatum: 11 november 2019


Deel dit nieuwsbericht