Duidelijk over bijtelling voor vervangende leaseauto en huur van zakelijke auto

Wanneer een werknemer een ter beschikking gestelde auto op kalenderjaarbasis voor meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden gebruikt, dan wordt dit voordeel krachtens artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 als loon aangemerkt. Het loonbedrag wordt bepaald aan de hand van de voor de betreffende auto geldende bijtellingspercentage in samenhang met de cataloguswaarde van de auto.

Hoe zijn de regels als de werknemer tijdelijk een vervangende auto heeft? Heeft hij dan voor twee auto’s een bijtelling? Geldt de bijtelling ook als de werknemer een auto van de zaak voor een korte periode huurt? Op deze situaties heeft de Belastingdienst recent uitvoeringsafspraken gemaakt met de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (‘VNA’).

Ten aanzien een tijdelijk vervangend leasevoertuig (‘TVL’) zijn afspraken gemaakt teneinde te voorkomen dat ten onrechte dubbele bijtelling ontstaat. De gekozen werkwijze houdt in dat er per saldo gedurende de vervangingsperiode bijtelling verschuldigd is voor het TVL. Indien en voor zover de catalogusprijs en/of de bijtellingklasse van het TVL afwijkt van die van de hoofdauto, wordt de bijtelling voor de hoofdauto gecorrigeerd en verrekent de werkgever dit pro rato in zijn aangifte loonheffing.

Voorbeeld: in mei wordt gedurende 5 dagen een TVL ter beschikking gesteld. Tot het loon van mei wordt dan tot het loon gerekend 5/31 van het maandbedrag van de bijtelling voor het TVL. Voor de hoofdauto is de bijtelling 26/31 van het maandbedrag van de hoofdauto.

Bij het privégebruik van een deelauto treedt de werkgever op als verhuurder van de auto. De werkgever is verhuurder als wordt voldaan aan deze brancheregeling Privégebruik Deelauto. In dat geval is geen sprake van ‘ter beschikking stellen’ in de zin van artikel 13bis indien de werknemer een marktconform huurtarief voor het privégebruik van de deelauto aan de werkgever betaalt, al dan niet via de leasemaatschappij. De Belastingdienst heeft daarbij aangegeven wat marktconform is d.w.z. heeft forfaitaire, jaarlijks aan te passen, toetstarieven gepubliceerd. Daarbij zijn de tarieven inclusief BTW maar exclusief brandstof. Voor auto’s uit de overige segmenten, waarvoor geen toetstarief is vastgesteld, wordt de waarde in het economisch verkeer op overeenkomstige wijze vastgesteld.

Publicatiedatum: 16 maart 2017