Eenmalige herziening op moment van ingebruikneming is niet in strijd met Btw-richtlijn

Eenmalige herziening op moment van ingebruikneming is niet in strijd met Btw-richtlijn

Op 28 juni 2016 is een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Noord-Holland (hierna: rechtbank) over de vraag of de in 2013 in aftrek gebrachte btw op het moment van ingebruikneming in één keer moet worden herzien of in tien boekjaren.

Feiten
X heeft in 2013 op eigen grond een appartementencomplex laten bouwen. Het complex bestaat uit zeven appartementen. Het complex is in juli 2014 opgeleverd. Vier appartementen zijn met ingang van 1 augustus vrijgesteld verhuurd. Voor drie appartementen heeft X in het derde kwartaal 2014 nog geen huurder gevonden. 
X heeft in 2013 voor de bouw van de appartementen € 113.802 aan btw in aftrek gebracht. Deze aftrek heeft betrekking op de bouw van voor verhuur bestemde appartementen. Dit omdat een belaste integratieheffing was te verwachten. Per 1 januari 2014 is deze integratieheffing afgeschaft. X heeft in 2014 geen btw in aftrek gebracht voor de bouw van de appartementen. Vanwege de eerste ingebruikneming op 1 augustus 2014 heeft X € 79.587 van de in aftrek gebrachte btw herzien.

Oordeel rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is de éénmalige herziening op het moment van ingebruikneming op grond van artikel 15, vierde lid, Wet OB niet in strijd met de Btw-richtlijn. Over het derde kwartaal 2014 is btw verschuldigd wegens herziening in verband met de ingebruikneming van de opgeleverde appartementen.


Publicatiedatum: 06 juli 2016


Deel dit nieuwsbericht