Eigen bijdrage voor internetabonnement staat toepassing gerichte vrijstelling niet in de weg

Voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur, die naar het redelijke oordeel van de werkgever noodzakelijk zijn voor de behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking, geldt binnen de werkkostenregeling een gerichte vrijstelling. De gerichte vrijstelling voor deze noodzakelijke voorzieningen en de daarvoor geldende voorwaarden zijn gecodificeerd in artikel 31a, lid 2, onderdeel g, Wet op de loonbelasting 1964 en lid 10 van dat artikel.

In een eerder nieuwsbericht hebben wij gewezen op het standpunt van de Belastingdienst dat voor toepassing van deze gerichte vrijstelling de werkgever alle kosten zou moeten betalen. Mede bezien de wetsgeschiedenis waaruit zou kunnen worden afgeleid dat deze uitleg van de Belastingdienst niet juist is, hebben wij toen geadviseerd om tegen dit standpunt van de Belastingdienst te ageren.

In een later nieuwsbericht zijn wij nogmaals ingegaan op het standpunt van de Belastingdienst dat de werkgever alle kosten van een noodzakelijke voorziening zou moeten vergoeden, wil gebruik kunnen worden gemaakt van voornoemde gerichte vrijstelling. De werkgever zou dus geen kosten in rekening mogen brengen bij de werknemer. Een uitzondering zou gelden indien de medewerker voor een duurdere voorziening of een upgrade kiest. In die gevallen zou de eigen bijdrage niet aan de toepassing van de gerichte vrijstelling in de weg staan.

De Belastingdienst lijkt nu zijn standpunt ten aanzien van de eigen bijdrage te verruimen. De werkgever zou niet alle kosten meer hoeven te vergoeden. Ook bij een pro rata vergoeding bij een deeltijdmedewerker of een vergoeding naar rato van het aantal dagen dat de medewerker thuiswerkt, zou de gerichte vrijstelling voor noodzakelijke voorzieningen kunnen gelden. Uiteraard moet wel aan de overige voorwaarden worden voldaan. Wij hebben vernomen dat de Belastingdienst deze verruiming één dezer dagen op zijn website bevestigt.

Een voorbeeld wat het vorenstaande betekent. Als een voltijdmedewerker 2 dagen per week thuiswerkt, dan zou de werkgever 2/7 van bijvoorbeeld het internetabonnement (vrijgesteld) kunnen vergoeden en van de medewerker een eigen bijdrage van 5/7 kunnen vragen voor het privégebruik op de andere dagen. De gerichte vrijstelling kan dan toch worden toegepast. De (gedeeltelijke) vergoeding van het internetabonnement is dan immers duidelijk gericht op een optimale bedrijfsvoering en niet bedoeld ter bevoordeling/beloning van de medewerker.

Update: Op 11 maart 2021 heeft de Belastingdienst op zijn website de bevestiging gepubliceerd. De Belastingdienst geeft aan dat de eigen bijdrage voor een internetabonnement van een werknemer geen belemmering meer is voor toepassing van de gerichte vrijstelling voor noodzakelijke voorzieningen.

Heeft u vragen over deze verruiming of wilt u weten wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn bij deze gerichte vrijstelling, neem dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 08 maart 2021