Fraude bij handel in computeronderdelen en spelcomputers: geen recht op aftrek van btw en geen beroep op vertrouwensbeginsel mogelijk

Fraude bij handel in computeronderdelen en spelcomputers: geen recht op aftrek van btw en geen beroep op vertrouwensbeginsel mogelijk

Op 2 juni 2017 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld, dat X Ltd. had moeten weten dat zij deel uitmaakte van een handelsketen waarin carrouselfraude werd gepleegd. X Ltd. heeft geen recht op aftrek van btw en kan ook geen beroep doen op het vertrouwensbeginsel.

Feiten
X Ltd. (hierna: X) handelt in computeronderdelen en spelcomputers. Zij koopt CPU’s (computeronderdelen) en spelcomputers van C B.V. en van D. In 2011 ontvangt X informatiebrieven van de Belastingdienst waarin het vermoeden wordt verwoord dat de door C B.V. en D geleverde goederen afkomstig zijn van een keten van handelaren waarbinnen btw-fraude plaatsvindt. 
Over de tijdvakken 1 maart 2011 tot en met 31 juli 2011 en 1 september 2011 tot en met 30 september 2011 heeft X verzocht om teruggaaf van btw. De inspecteur heeft deze verzoeken afgewezen. Over deze tijdvakken en over het tijdvak 2010 heeft de inspecteur vervolgens naheffingsaanslagen opgelegd aan X. 

Gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat X had moeten weten dat zij tijdens de onderhavige tijdvakken deel uitmaakte van een handelsketen waarin carrouselfraude werd gepleegd. Het gerechtshof neemt daarbij in aanmerking:

  • dat de bestuurder van X een ervaren handelaar is in een aantal bekende risicogoederen, zoals computeronderdelen (CPU’s), mobiele telefoons en computerspellen;
  • dat X in 2011 is gewaarschuwd dat haar transacties mogelijk onderdeel zijn van een keten waarin carrouselfraude wordt gepleegd en is gewaarschuwd met betrekking tot van C B.V. en D gekochte goederen;
  • dat X, met de (markt)kennis van haar bestuurder, had moeten weten dat de goederen tot de risicogoederen behoorden, dat deze goederen voor opmerkelijk lage prijzen aan haar werden aangeboden, dat de hoeveelheden aanzienlijk waren en dat de condities waaronder de goederen werden verhandeld tamelijk bijzonder waren;
  • dat door de focus op het verdienen van geld aan transacties die veel kenmerken vertoonden van carrouselfraude, X ten minste het risico aanvaardt dat zij deel uitmaakte van een keten van transacties waarvan het wezenlijke doel was het ontduiken van of het frauderen met btw.

Verder wekt volgens het gerechtshof verbazing dat X jarenlang handelde met slechts twee vaste leveranciers, C B.V. en D, terwijl zij moet hebben geweten dat deze leveranciers gelet op haar eigen marge geen winst of zelfs verlies moesten maken en dat zij zelfs na alle waarschuwingen hiermee is doorgegaan.
X heeft geen recht op aftrek van btw. Daarnaast kan X geen beroep doen op het vertrouwensbeginsel.

Publicatiedatum: 27 juni 2017


Deel dit nieuwsbericht