Geen overgang van algemeenheid van goederen bij overdracht percelen aan provincie

Geen overgang van algemeenheid van goederen bij overdracht percelen aan provincie

Op 13 september 2019 is een uitspraak van Hof Den Haag gepubliceerd over de vraag of btw met betrekking tot de overdracht van percelen grond aftrekbaar is. Daarbij moest de vraag worden beantwoord of hetgeen werd overgedragen was aan te merken als de overgang van een algemeenheid van goederen (overdracht onderneming). 

Feiten
Eiser (belanghebbende) heeft op 2 april 2012 percelen grond waarop hij zijn glastuinbedrijf uitoefende met installaties en overige onroerende zaken (hierna: het verkochte) geleverd aan de Provincie Zuid-Holland. Deze levering is btw-vrijgesteld. Wegens advisering en belangenbehartiging bij de minnelijke onteigening van het verkochte (courtage), is op 26 maart 2012 aan eiser een factuur uitgereikt van € 90.588,75 inclusief btw van € 14.463,75. Eiser heeft de btw van deze factuur als voorbelasting in zijn btw-aangifte over 2012 in aftrek gebracht. Op 8 december 2017 heeft in het kader van de bezwaarprocedure van eiser tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2012 een overleg plaatsgevonden met verweerder (inspecteur). Er is toen ook gesproken over de btw van € 14.463 over de courtagekosten. Naar aanleiding van dit overleg heeft verweerder diezelfde maand ter behoud van rechten een naheffingsaanslag omzetbelasting ten bedrage van € 14.463 en belastingrente ten bedrage van € 2.727 (de naheffingsaanslag) aan eiser opgelegd.

Specifiek is in geschil of het verkochte kan worden aangemerkt als (zelfstandig gedeelte van een) onderneming. Niet in geschil is dat de levering van het verkochte is vrijgesteld van omzetbelasting en dat daarmee de aan die vrijgestelde levering toerekenbare voorbelasting niet voor aftrek in aanmerking komt.

Rechtbank
De percelen grond waarop het glastuinbedrijf met installaties en overige onroerende zaken stonden vormen geen (zelfstandig deel van een) onderneming. Bovendien is de Provincie Zuid-Holland voornemens het verkochte aan te wenden voor de aanleg van infrastructuur en treedt zij niet in de plaats van de overdrager; zij is als Provincie slechts geïnteresseerd in de grond. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.


Publicatiedatum: 23 september 2019


Deel dit nieuwsbericht