Geen recht op aftrek van btw op zonnepanelen wegens te laat indienen teruggaafverzoek

Rechtbank Gelderland heeft op 30 juni 2015 een uitspraak gepubliceerd met betrekking tot het recht op btw-teruggaaf in verband met de aanschaf van zonnepanelen. De rechtbank verklaart het teruggaafverzoek niet-ontvankelijk, omdat het verzoek te laat is ingediend.  

Uit Europese jurisprudentie volgt dat de persoon die met behulp van zonnepanelen stroom levert aan het net tegen vergoeding, ondernemer is voor de btw. Een ondernemer voor de btw heeft recht op aftrek van de btw die rust op de aanschaf en de installatie van de zonnepanelen.

X heeft zonnepanelen laten plaatsen op het dak van zijn woning. X, die in december 2012 een factuur voor zonnepanelen ontving, krijgt deze aftrek naar aanleiding van zijn aangifte met teruggaafverzoek over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 19 juni 2013 niet, omdat het teruggaafverzoek op 26 april 2014 is ingediend en dat is ver na afloop van de wettelijke termijn. X had het teruggaafverzoek moeten indienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin de factuur is ontvangen (uiterlijk op 30 juni 2013). (Het uitgangspunt van de wet is dat een btw-aangifte uiterlijk één maand na afloop van het kalenderkwartaal moet worden gedaan, maar omdat het de eerste aangifte van X betrof, hij niet was uitgenodigd tot het doen van aangifte en hij per saldo niet hoefde te betalen geldt hier volgens de rechtbank echter een uitzondering, waardoor een termijn van drie maanden na afloop van het kalenderkwartaal geldt.) Nu het te laat is ingediend, is het teruggaafverzoek niet-ontvankelijk.

Daarnaast is het teruggaafverzoek in dit geval ook over het verkeerde tijdvak gedaan. X had de btw die bij factuur van 13 december 2012 aan hem in rekening is gebracht voor de levering van de zonnepanelen in aftrek dienen te brengen bij de aangifte over het laatste kwartaal van 2012. Die aangifte had uiterlijk drie maanden na afloop van dat kwartaal moeten worden ingediend, oftewel uiterlijk 31 maart 2013. De aangifte die op 26 april 2014 is gedaan, is dus ook te laat ingediend als wel het juiste tijdvak zou zijn gehanteerd. Het teruggaafverzoek zou dan ook niet-ontvankelijk zijn geweest.

Als gevolg van de niet-ontvankelijkheid stond alleen bezwaar en beroep open tegen de beslissing dat het verzoek te laat is gedaan. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, omdat de inspecteur het verzoek niet-ontvankelijk had moeten verklaren, maar dit heeft afgewezen. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en verklaart het teruggaafverzoek niet-ontvankelijk. Inhoudelijk maakt dat voor X niet uit, maar het heeft wel tot gevolg dat hij recht heeft op terugbetaling van het griffierecht voor de beroepsprocedure en op vergoeding van reiskosten.

Slot
Recent zijn er twee andere uitspraken gepubliceerd over het recht op btw-teruggaaf in verband met de aanschaf van zonnepanelen. Hierover hebben wij u eerder geïnformeerd. Het betreft de uitspraak in mei van Rechtbank Zeeland-West-Brabant en de uitspraak van Rechtbank Den Haag in april 2015.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in die zaak dat het verzoek om teruggaaf tijdig was ingediend. Ook in deze casus moet het verzoek worden gedaan binnen drie maanden na afloop van het kwartaal waarin het teruggaafverzoek is ontstaan. Het verzoek was ingediend binnen drie maanden en derhalve tijdig ingediend. Bovendien was de aangifte waarbij het verzoek was gedaan binnen de door de inspecteur gestelde termijn ingediend.

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de ondernemer in die zaak geen recht heeft op teruggaaf van btw ter zake van de aanschaf van zonnepanelen, omdat het verzoek te laat zou zijn ingediend.

Belang voor de praktijk
Uit de voormelde uitspraken blijkt maar weer dat per zaak zal moeten worden beoordeeld of al dan niet recht bestaat op teruggaaf van btw en of het teruggaafverzoek tijdig is ingediend. 

Publicatiedatum: 06 juli 2015