Geen recht op aftrek voor vervalste facturen

Geen recht op aftrek voor vervalste facturen

Op 20 januari 2017 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld, dat de betwiste facturen niet authentiek zijn en dat de facturen zelf door X zijn opgesteld om de aftrekbare voorbelasting te verhogen en zo aanspraak te maken op een extra teruggaaf van btw.  

Feiten
X was btw-ondernemer. De activiteiten bestonden uit het lijmen van wanden in de bouwsector. X maakte hierbij geregeld gebruik van onderaannemers. Tijdens een boekenonderzoek in 2009 is geconstateerd dat verschillende facturen met pen of potlood waren gewijzigd en dat er geen aansluiting bestond tussen de administratie en de ingediende btw-aangiften. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens het onderzoek is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld tegen X en zijn partner (uiteindelijk is X in de strafzaak veroordeeld wegens het opzettelijk doen van onjuiste btw-aangiften en het plegen van valsheid in geschrift door het vervalsen van drie facturen).
In het controlerapport van 2009 heeft de controlerend ambtenaar vermeld dat op diverse facturen wijzigingen zijn aangebracht, waardoor er onjuiste bedragen aan voorbelasting in de btw-aangiften zijn meegenomen. Daarnaast wordt opgemerkt dat het vermoeden bestaat dat ook een aantal andere facturen valselijk door X is opgemaakt om een hogere teruggave van btw te bewerkstelligen. De inspecteur heeft vervolgens aan X een naheffingsaanslag opgelegd. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat, nog afgezien of deze facturen de realiteit weergeven, de door twee onderaannemers in rekening gebrachte btw niet aftrekbaar is, omdat op de door deze ondernemers verrichte prestaties de verleggingsregeling van toepassing is.
Bij één onderaannemer heeft de inspecteur een derdenonderzoek ingesteld. Deze onderaannemer heeft verklaard dat de door X overlegde facturen niet door hem en tevens niet in opdracht van hem zijn opgemaakt, dat hij per project slechts bedragen van enkele honderden euro’s factureerde, dat hij de op de facturen vermelde bedragen nooit heeft ontvangen en dat de op de facturen vermelde handtekeningen niet overeenkomen met zijn handtekening. In geschil is of X recht heeft op aftrek van de btw in verband met de betwiste facturen.

Oordeel gerechtshof
Het gerechtshof merkt allereerst op dat de betwiste facturen betrekking hebben op diensten die op de bouwplaats zijn uitgevoerd, namelijk het lijmen van muren en dat op dergelijke facturen geen btw mag worden vermeld, omdat de heffing is verlegd naar degene aan wie de diensten worden verleend. Vervolgens gaat het gerechtshof in op de vraag of de betwiste facturen vals zijn. Het gerechtshof oordeelt dat de betwiste facturen niet authentiek zijn en dat de facturen niet door de onderaannemer zijn uitgereikt. X heeft de betwiste facturen zelf opgesteld om de aftrekbare voorbelasting te verhogen en zo aanspraak te maken op een extra teruggaaf van btw. Daarbij weegt het gerechtshof mee dat X in hoogste instantie is veroordeeld wegens het opzettelijk doen van onjuiste btw-aangiften waardoor te weinig belasting werd geheven en het plegen van valsheid in geschrifte.


Publicatiedatum: 13 februari 2017


Deel dit nieuwsbericht