Geen recht op aftrek voorbelasting op instandhoudingskosten leegstaand pand

Geen recht op aftrek voorbelasting op instandhoudingskosten leegstaand pand

Op 14 juni 2016 heeft Rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) uitspraak gedaan over de vraag of X bv recht heeft op aftrek van voorbelasting op de instandhoudingskosten gedurende de periode dat het pand leeg heeft gestaan.

Feiten
X bv exploiteert onder meer een monumentenpand. Dit pand stond tot 1 april 2012 leeg. Met ingang van 1 april 2012 is het pand ter beschikking gesteld aan een met X bv gelieerde vennootschap. Het koetshuis bij het pand werd in 2011 belast verhuurd. X bv heeft in haar btw-aangiften over 2011 en 2012 de aan haar gefactureerde btw volledig in aftrek gebracht. Na een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur 50% van de voorbelasting en heeft daartoe naheffingsaanslagen en boetes opgelegd.

Oordeel rechtbank
Geen aftrek
Naar het oordeel van de rechtbank heeft X bv geen recht op aftrek van voorbelasting op de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand van het pand. X bv heeft niet aannemelijk gemaakt dat tijdens de leegstand sprake is geweest van voorgenomen gebruik voor belaste handelingen, nu het pand om niet ter beschikking wordt gesteld aan een gelieerde vennootschap. Slechts de voorbelasting die rechtstreeks toerekenbaar is aan de belaste verhuur van het koetshuis komt voor aftrek in aanmerking. Door uit te gaan van een percentage van 50%, heeft de inspecteur de btw op de instandhoudingskosten terecht en tot het juiste bedrag gecorrigeerd, aldus de rechtbank. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat het koetshuis aanzienlijk kleiner is dan het hoofdgebouw.

Boetes
De rechtbank is van oordeel dat het aftrekken van de voorbelasting op de instandhoudingskosten tijdens leegstand, terwijl er geen aanknopingspunten zijn voor een intentie tot belaste verhuur, dermate lichtvaardig handelen oplevert dat het aan de grove schuld van X bv is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Het beroep op de aanwezigheid van een pleitbaar standpunt faalt. Wel vermindert de rechtbank de boetes met 15% in verband met overschrijding van de redelijke termijn.

Publicatiedatum: 28 juni 2016


Deel dit nieuwsbericht