Geen recht op compensatie voor om niet ter beschikking stellen sportaccommodatie aan basisschool

Geen recht op compensatie voor om niet ter beschikking stellen sportaccommodatie aan basisschool

Op 27 september 2019 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over het antwoord op de vraag of een gemeente recht heeft op bijdragen uit het BTW-compensatiefonds, voor de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie aan een basisschool.

Feiten
Belanghebbende, een gemeente, heeft op eigen grond een sporthal met toebehoren (hierna: sportaccommodatie) gerealiseerd. De gemeente heeft de aan haar in rekening gebrachte btw in de jaren 2009 tot en met 2012 volledig in aftrek gebracht. De sportaccommodatie is in oktober 2012 in gebruik genomen.

De gemeente stelt de sportaccommodatie onder schooltijd zonder vergoeding ter beschikking aan een basisschool voor het geven van bewegingsonderwijs aan de leerlingen. Daarnaast stelt zij de sportaccommodatie tegen vergoeding ter beschikking aan een sportvereniging en aan particulieren. De inspecteur heeft de in aftrek gebrachte btw nageheven, voor zover deze btw is toe te rekenen aan het ter beschikking stellen van de sportaccommodatie aan de basisschool. De inspecteur is namelijk van mening dat de gemeente de sportaccommodatie niet als btw-ondernemer aan de basisschool ter beschikking heeft gesteld. De gemeente heeft bij de Rechtbank ingestelde beroepen ingetrokken.

De inspecteur heeft bij beschikkingen de bijdragen uit het BTW-compensatiefonds vastgesteld waarop de gemeente in de jaren 2010 tot en met 2012 recht heeft. De gemeente heeft tegen de beschikkingen bezwaar gemaakt en voor ieder jaar verzocht om een aanvullende bijdrage wegens de terbeschikkingstelling van de sportaccommodatie aan de basisschool. De inspecteur heeft die bezwaren afgewezen.

Hoge Raad
De Rechtbank heeft tot uitgangspunt genomen dat voor de jaren 2010 tot en met 2012 in rechte vaststaat dat de gemeente de sportaccommodatie niet als ondernemer aan de basisschool ter beschikking heeft gesteld. De Rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de gemeente geen recht heeft op de extra bijdragen omdat zij de sportaccommodatie aan een individuele derde (de basisschool) ter beschikking stelt. Het Hof is niet op dit aspect ingegaan. Volgens het Hof was de behandeling van die stelling nog niet aan de orde, omdat eerst moest worden vastgesteld of de gemeente de sportaccommodatie al dan niet als ondernemer aan de basisschool ter beschikking had gesteld.

Voor het BTW-compensatiefonds is met het intrekken van de beroepen ten aanzien van de naheffingsaanslagen komen vast te staan, dat de gemeente de sportaccommodatie niet als btw-ondernemer aan de basisschool ter beschikking heeft gesteld. Het oordeel van het Hof geeft daarom blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan niet in stand blijven.

De Hoge Raad laat het oordeel van de rechtbank, dat geen recht bestaat op bijdragen uit het BTW-compensatiefonds wegens de terbeschikkingstelling aan een individuele derde, in stand.

Belang voor de praktijk
Dit arrest is met name van belang voor de jaren tot en met 2018 die nog niet onherroepelijk vaststaan. Vanaf 1 januari 2019 hebben gemeenten recht op subsidie met betrekking tot een sportaccommodatie (SPUK). Dat lijkt echter niet te gelden voor in rekening gebrachte btw met betrekking tot het in gebruik geven van sportaccommodaties aan onderwijsinstellingen voor primair onderwijs. Verder heeft de Hoge Raad verdere invulling gegeven aan wanneer het recht op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds is uitgesloten als aan een individuele derde wordt gepresteerd. 


Publicatiedatum: 07 oktober 2019


Deel dit nieuwsbericht