Geen toepassing 0%-tarief in verband met intracommunautaire levering

Uit een arrest van de Hoge Raad van 20 december 2013 volgt, dat het overleggen van verkoopfacturen en verklaringen van de buitenlandse afnemer onvoldoende bewijs zijn voor toepassing van het 0%-tarief in verband met intracommunautaire leveringen van goederen.

Feiten

Een vof handelt in ict-apparatuur. Uit boekenonderzoek blijkt dat lcd tv-schermen zijn verkocht aan een Oekraïense afnemer. Op de facturen is geen btw-identificatienummer van de afnemer vermeld. Ook is geen btw in rekening gebracht. Inkoopfacturen ontbreken in de administratie, omdat een deel daarvan is ontvreemd. Volgens de vof is zij een tussenschakel in een ABC-levering waarbij de goederen eerst worden afgeleverd in Duitsland. Van daaruit vervoert de afnemer de goederen zelf naar de Oekraïne.

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het bewijsrisico bij de vof ligt om aan te tonen dat er sprake is van uitvoer dan wel een intracommunautaire levering. De vof moet dan ook boeken en bescheiden overleggen om haar aanspraak op toepassing van het 0%-tarief te staven. De Hoge Raad laat het oordeel van het Hof in stand, dat de vof onvoldoende bewijs heeft geleverd voor toepassing van het 0%-tarief. Het overleggen van de verkoopfacturen en een corresponderende verklaring van de buitenlandse afnemer zijn volgens het Hof onvoldoende.

Uit het arrest van de Hoge Raad blijkt maar weer hoe belangrijk het is om zo veel mogelijk schriftelijke bescheiden te bewaren waarmee kan worden aangetoond, dat de goederen in verband met leveringen zijn vervoerd naar een andere lidstaat (intracommunautaire leveringen) of zijn uitgevoerd.

Publicatiedatum: 24 december 2013