Geen verhuur-plus bij verhuur kamer met voorzieningen in woning aan eigen bv

Op 12 mei 2017 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Noord-Nederland (hierna: rechtbank) heeft geoordeeld dat bijkomende voorzieningen het passieve karakter dat verhuur van onroerend goed in de regel kenmerkt, niet verloren doen gaan. Er is geen sprake van verhuur-plus. De inspecteur heeft terecht geen teruggaaf van btw verleend.

Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of de inspecteur terecht geen teruggaaf van inkoop-btw heeft verleend in verband met de verhuurde kantoorruimte met voorzieningen in de eigen woning van X en zijn partner aan de eigen bv van X. De kantoorruimte bevindt zich op de tweede verdieping en is voorzien van stoffering, kantoormeubilair en een telefoon- en internetverbinding. Bij de terbeschikkingstelling van de ruimte zit ook het gebruik van de in de woning aanwezige sanitaire voorzieningen en het verwarmen en schoonhouden van de kamer door X. X is van mening dat sprake is van verhuur-plus.

Oordeel rechtbank
De rechtbank gaat, net als partijen, ervan uit dat bij de terbeschikkingstelling van de ruimte met bijkomende voorzieningen aan de bv sprake is van één prestatie. De rechtbank is van oordeel dat de bijkomende voorzieningen het passieve karakter dat verhuur van onroerend goed in de regel kenmerkt, niet verloren doen gaan. Van de bijkomende voorzieningen kan namelijk niet worden gezegd dat deze een toegevoegde waarde van betekenis hebben. Zo maken het beschikbaar zijn en gebruik mogen maken van verwarming, een telefoon- en internetverbinding en de sanitaire voorzieningen een normaal onderdeel uit van de verhuur van een kamer in een pand. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van ‘verhuur-plus’. Nu er daardoor geen sprake is van btw-belaste verhuur – er is schijnbaar niet geopteerd voor btw-belaste verhuur – heeft de inspecteur terecht geen teruggave verleend.

Publicatiedatum: 29 mei 2017