Geen verzekeringsplicht na toetreding nieuwe aandeelhouder

Geen verzekeringsplicht na toetreding nieuwe aandeelhouder

Op 16 maart 2016 is een uitspraak van Gerechtshof Amsterdam gepubliceerd waarin het ging over de vraag of twee (statutair) bestuurders-aandeelhouders verzekeringsplichtig voor de werknemersverzekeringen waren geworden door de toetreding van een derde aandeelhouder die 20% van de aandelen had verworven. Het hof oordeelde van niet.

De beide dga’s hadden ieder via hun bv’s 40% van de aandelen in BV X. Een werknemer van BV X trad via zijn bv voor 20% toe als aandeelhouder. Aan de bedrijfsvoering veranderde niets. Beide bestuurders bleven de enigen die de onderneming dreven.

Voor verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen is vereist dat sprake is van een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking. De arbeidsovereenkomst tussen een bv en haar directeur wordt voor de werknemersverzekeringen niet als dienstbetrekking aangemerkt indien sprake is van een directeur-grootaandeelhouder (hierna: dga). In de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder (hierna: Regeling) wordt bepaald wat hieronder wordt verstaan.

Volgens het hof heeft de inspecteur in casu niet het bewijs geleverd dat de arbeidsovereenkomst van beide bestuurders met BV X als een privaatrechtelijke dienstbetrekking moet worden aangemerkt. Aan de Regeling wordt alsdan niet toegekomen.

In de Regeling stond tot 1 januari 2016 in artikel 2, onderdeel c, dat dga’s die nevengeschikt zijn ten opzichte van elkaar zogeheten vrijgestelde dga zijn. Artikel 2 van de Regeling luidde voor zover ten deze van belang:

‘1. Onder directeur-grootaandeelhouder, bedoeld in [de werknemersartikelen] wordt verstaan:

[…]

c. bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap allen een gelijk of nagenoeg gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen;’

Volgens een grammaticale uitleg van deze bepaling zou er geen verzekeringsplicht zijn, omdat beide bestuurders een gelijk aantal stemmen konden uitbrengen. Volgens de teleologische interpretatie, welke door de belastingdienst en de Centrale Raad van Beroep wordt aangehangen, kan alleen sprake zijn van nevengeschikte – en dus van vrijgestelde – dga’s als de dga’s tezamen alle aandelen bezitten. Daarvan was in casu geen sprake.

Alles afwegend komt het hof tot het oordeel dat beide dga’s toch niet verzekerd zijn. Vanaf 1 januari 2016 zou dat anders geweest kunnen zijn, omdat artikel 2, lid 3, van de nieuwe Regeling – zijnde het artikel dat in de plaats van artikel 2, lid 1, aanhef en onder c, is gekomen –  onder dga’s verstaat de bestuurders die samen alle aandelen van de vennootschap bezitten en als aandeelhouders een gelijk of nagenoeg gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen.

Publicatiedatum: 07 april 2016


Deel dit nieuwsbericht