Gemeente bij realisatie Brede School geen eigenbouwer: verleggingsregeling ten onrechte toegepast

Gemeente bij realisatie Brede School geen eigenbouwer: verleggingsregeling ten onrechte toegepast

Op 3 mei 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) heeft geoordeeld dat ten onrechte de verleggingsregeling is toegepast door X bv.

In 2008 en 2009 trad X bv op als hoofdaannemer bij de bouw van een brede school bestaande uit een basisschool, een kinderdagverblijf en een peuterspeelzaal. Ter zake van de bouw heeft X bv aan de gemeente Strijen (hierna: de gemeente) facturen uitgereikt met daarop de vermelding ‘btw verlegd’. De Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat X bv de verleggingsregeling ten onrechte heeft toegepast en heeft een naheffingsaanslag opgelegd.  

De rechtbank oordeelt dat de bewijslast voor het al dan niet terecht toepassen van de verleggingsregeling bij de leverancier, X bv ligt. Met het enkele gegeven dat in het bestek is vermeld dat de verleggingsregeling moet worden toegepast, heeft X bv niet aan deze bewijslast voldaan. De toepasselijkheid van de verleggingsregeling wordt immers niet door partijen bepaald, maar is afhankelijk van de feiten. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat X bv niet vooraf in overleg is getreden met de inspecteur. Verder beschikte X bv niet over bescheiden waarin door of namens de gemeente met feiten is uiteengezet dat en waarom de gemeente als eigenbouwer optrad en op grond waarvan X bv heeft kunnen en mogen concluderen dat de verleggingsregeling van toepassing was.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft X bv haar stellingen, dat de gemeente een zeer getailleerd bestek had opgesteld en bij de bouw de algehele leiding had en daarmee zou hebben opgetreden als eigenbouwer, niet aannemelijk gemaakt. X bv heeft de verleggingsregeling ten onrechte toegepast. De inspecteur heeft terecht een naheffingsaanslag opgelegd. Uit deze uitspraak volgt dat in iedere situatie goed moet worden beoordeeld of de verleggingsregeling al dan niet van toepassing is. Indien de verleggingsregeling ten onrechte wordt toegepast, loopt degene die de btw naar de afnemer heeft verlegd het risico, dat de verschuldigde btw van hem wordt nageheven.


Publicatiedatum: 15 mei 2016


Deel dit nieuwsbericht