Gemeente heeft geen recht op teruggaaf van btw via herziening voor om niet ter beschikking stellen gymnastieklokalen aan onderwijsinstellingen

Gemeente heeft geen recht op teruggaaf van btw via herziening voor om niet ter beschikking stellen gymnastieklokalen aan onderwijsinstellingen

Op 25 augustus 2017 is een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd waaruit volgt dat een gemeente geen recht heeft op teruggaaf van een deel van de integratie-btw (btw die is verschuldigd als gevolg van een integratielevering; integratieheffing) van gymnastieklokalen.

Feiten

Belanghebbende, een gemeente, heeft in 2006 en 2007 in totaal vier gymnastieklokalen in gebruik genomen. De gymnastieklokalen maken deel uit van multifunctionele accommodaties. Belanghebbende stelt de gymnastieklokalen aanvankelijk voor 40% om niet ter beschikking aan de onderwijsinstellingen voor bewegingsonderwijs en voor 60% tegen vergoeding aan sportverenigingen.

Belanghebbende is in 2009 met de inspecteur overeengekomen dat zij de gymnastieklokalen tegen vergoeding aan de onderwijsinstellingen ter beschikking stelt, terwijl zij aan de onderwijsinstellingen een subsidie verstrekt ter grootte van de vergoeding (een kasrondje). In het verslag van een bespreking van 30 juni 2009 staat hierover onder andere dat het kasrondje een inmiddels landelijk geaccepteerde handelwijze is. Belanghebbende heeft het kasrondje per 1 januari 2010 ingevoerd en stelt de gymnastieklokalen vanaf die datum tegen vergoeding ter beschikking aan de onderwijsinstellingen.

Belanghebbende is van mening dat zij door de terbeschikkingstelling tegen vergoeding op basis van de herzieningsregels recht heeft op teruggaaf van een deel van de investerings-btw van de gymnastieklokalen. De inspecteur meent van niet.

Hof

Uit de uitspraak volgt dat de gemeente op basis van de herzieningsregels geen recht heeft op teruggaaf van een deel van de investerings-btw van de gymnastieklokalen.

Belang voor de praktijk

Gemeenten die onroerende zaken deels om niet in gebruik nemen, kunnen de hieraan toerekenbare investerings-btw naderhand niet deels via de btw-herzieningsregels in aftrek brengen. Deze uitspraak heeft betrekking op btw die is verschuldigd wegens een integratielevering (integratieheffing). De integratieheffing per 1 januari 2014 is vervallen, maar de uitkomst zou niet anders zijn geweest als het ging om investerings-btw die vanaf die periode zou zijn opgekomen.

Ook wordt in de uitspraak in herinnering gebracht dat het leerstuk van vermogensetikettering niet geldt voor investeringsgoederen die mede voor niet-economische activiteiten worden gebruikt.

Ten slotte blijkt uit de uitspraak dat in het verslag van een bespreking van 30 juni 2009 is vermeld, dat het kasrondje een inmiddels landelijk geaccepteerde handelwijze is. Onze ervaring is inmiddels echter anders.


Publicatiedatum: 01 september 2017


Deel dit nieuwsbericht