Gemeente mag volgens Raad van State geen eisen stellen aan salarissen in subsidieverordening

Gemeente mag volgens Raad van State geen eisen stellen aan salarissen in subsidieverordening

Volgens de Raad van State heeft Rechtbank Oost-Brabant terecht geoordeeld dat een gemeente geen verplichting met betrekking tot de maximale beloning van medewerkers mag opleggen in relatie tot het verstrekken van een subsidie, zo lezen we in een uitspraak van 25 juni 2014.

Ingevolge artikel 4:38, eerste lid, van de Awb kan een gemeente op basis van deze bepaling slechts verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. Het verwezenlijken van inkomenspolitiek door een normbedrag voor inkomens bij de subsidieontvanger te stellen, is daarbij geen doelgebonden verplichting als bedoeld in artikel 4:38 en is aldus in strijd met de wet.

Een niet-doelgebonden of oneigenlijke verplichting, als bedoeld in artikel 4:39 van de Awb, kan ingevolge het tweede lid van dit artikel slechts betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. De verplichting zag in deze niet op de medewerkers maar op hun inkomens. Daarmee is volgens de Raad van State het verband tussen de verplichting en de gesubsidieerde activiteit te ver verwijderd om als een geoorloofde oneigenlijke verplichting in de zin van artikel 4:39, tweede lid, van de Awb te kunnen worden aangemerkt.

Publicatiedatum: 03 juli 2014


Deel dit nieuwsbericht