Gerechtshof heeft onjuiste toets aangelegd voor bepaling zelfstandig gebruik: Hoge Raad verwijst opnieuw

Gerechtshof heeft onjuiste toets aangelegd voor bepaling zelfstandig gebruik: Hoge Raad verwijst opnieuw

Op 16 juni 2017 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waaruit volgt dat Gerechtshof Amsterdam (hierna: gerechtshof) een onjuiste toets heeft aangelegd, aan de hand waarvan moet worden bepaald of een golfbaan en een clubhuis zich lenen voor zelfstandig gebruik. De Hoge Raad verwijst de zaak opnieuw. Nu naar Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Feiten
In deze zaak ging het om de verkrijging van percelen die door X B.V. (hierna: X) zijn aangekocht met het oogmerk daarop een golfbaan aan te leggen. In de akte van levering zijn de percelen aangemerkt als een bouwterrein in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. Ter zake van de levering is aan X btw in rekening gebracht. Ter zake van de verkrijging heeft X een beroep gedaan op de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting. Volgens de inspecteur is geen sprake van een bouwterrein en hij legt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op.

Hoge Raad
De Hoge Raad heeft Gerechtshof Amsterdam de opdracht gegeven vast te stellen of de golfbaan en het clubhuis zich na gereedkomen lenen voor zelfstandig gebruik.

Gerechtshof
Het gerechtshof acht het aannemelijk dat het bij de golfbaan gebruikelijk is dat een speler zich voorafgaand aan het gebruik van de golfbaan meldt in het clubhuis bij een caddiemaster. Tevens bevinden zich in het clubhuis ook andere voor een goed gebruik van de golfbaan benodigde personen, zoals de marshal en de beheerder/manager van het gehele golfcomplex. Daarnaast bevinden zich in het clubhuis toiletten en kleedruimten. Deze omstandigheden brengen het gerechtshof tot het oordeel dat de golfbaan zich vanuit het perspectief van de gemiddelde consument niet leent voor zelfstandig gebruik zonder het clubhuis. X heeft percelen verkregen die kunnen worden aangemerkt als bouwterrein. Deze verkrijging is vrijgesteld van overdrachtsbelasting.

Hoge Raad
Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft het gerechtshof een verkeerde toets aangelegd door het perspectief van de gemiddelde consument/speler doorslaggevend te achten voor de vraag of de golfbaan geschikt is voor zelfstandig gebruik. Als uitgangspunt bij de vaststelling of de op de percelen te realiseren golfbaan zich leent voor zelfstandig gebruik heeft volgens de Hoge Raad te gelden dat niet met elkaar verbonden dan wel, indien verbonden, juridisch of fysiek te onderscheiden onroerende zaken afzonderlijk in aanmerking moeten worden genomen, wanneer zij afzonderlijk (kunnen) worden gebruikt. Deze toets heeft het gerechtshof niet aangelegd. De Hoge Raad verwijst de zaak opnieuw. Nu naar Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Publicatiedatum: 05 juli 2017


Deel dit nieuwsbericht