Gratis openbaar vervoer valt niet onder het btw-compensatiefonds

Gratis openbaar vervoer valt niet onder het btw-compensatiefonds

Op 20 juni 2016 heeft de staatssecretaris van FinanciĆ«n een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, vragen beantwoordt over het bericht dat de Belastingdienst een bom legt onder gratis openbaar vervoer (OV) voor ouderen.

De staatssecretaris antwoordt dat hij bij de verstrekking van gratis OV geen taak ziet voor het kabinet. Het al dan niet gratis verstrekken van OV is een afweging, die door decentrale overheden wordt gemaakt. Zij zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van het regionaal openbaar vervoer in hun regio en in dat kader bepalen deze overheden zelf of het wenselijk is dat er gratis OV wordt aangeboden aan specifieke doelgroepen, zoals ouderen.

Verder gaat de staatssecretaris in op de vraag wat de juridische onderbouwing van de Belastingdienst is om het gratis OV niet onder het btw-compensatiefonds te laten vallen. Op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds hebben gemeenten recht op btw-compensatie voor goederen en diensten die aan die gemeenten zijn geleverd of verricht. Er bestaat geen recht op btw-compensatie voor uitgaven van gemeenten voor prestaties, die aan een ander dan die gemeente worden verricht. Dat is het geval bij OV-chipkaarten, die door de vervoersmaatschappij worden uitgegeven op naam van bepaalde inwoners van die gemeente en aan die personen worden verstrekt. Zelfs als de gemeente wel zou worden aangemerkt als afnemer van de OV-chipkaarten, bestaat geen recht op btw-compensatie, omdat van compensatie is uitgesloten de verstrekking van goederen of diensten aan een individuele derde. Daarvan is sprake als aan een bepaalde inwoner van een gemeente een OV-chipkaart wordt verstrekt.


Publicatiedatum: 23 juni 2016


Deel dit nieuwsbericht