Handreiking voor invoering vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen

Eind 2015 heeft de Tweede Kamer de ‘Wet modernisering vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen’ aangenomen. Volgens deze wet moeten overheden die winst of structureel overschotten behalen met activiteiten die concurreren met de markt, vanaf 1 januari 2016 vennootschapsbelasting (Vpb) betalen. Onlangs hebben we bericht dat het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer ligt. Wanneer de Eerste Kamer de wet goedkeurt – vermoedelijk april 2015 – dan treedt de wet, als voormeld, in werking vanaf 1 januari 2016.

De invoering van Vpb voor overheidsondernemingen per 1 januari 2016 heeft voor lokale overheden en hun verbonden partijen ingrijpende gevolgen op het gebied van administratie, automatisering en financieel beleid en beheer. Tegen deze achtergrond hebben de koepelorganisaties van de lokale overheden (VNG, IPO en UvW) met het ministerie van Financiën / de Belastingdienst afgesproken om samen te werken bij de invoering van de Vpb-plicht en het implementatietraject. De recente publicatie van de ‘Handreiking ten behoeve van de invoering van de Vennootschapsbelasting (Vpb)’ (versie 1.0 / datum 9 maart 2015) is hiervan een concrete invulling.

Door het gebruik van deze handreiking worden organisaties ondersteund bij het plannen en uitvoeren van de werkzaamheden met betrekking tot de invoering van de Vpb voor overheidsondernemingen, zodat:

a. juist, volledig en tijdig aangifte kan worden gedaan (en ook voor het overige voldaan wordt aan de fiscale verplichtingen in relatie tot de introductie van de Vpb);

b. de financiële effecten in beeld zijn;

c. tijdig maatregelen kunnen worden getroffen in de structuur van de organisatie of in de samenwerking met andere organisaties ter beperking van de (financiële) gevolgen en risico’s.

Bij de handreiking zijn ook matrices opgenomen die kunnen helpen bij de implementatie van Vpb-plicht.

Publicatiedatum: 14 maart 2015