Heffingsrenteregeling bij bpm-teruggaaf in strijd met EU-recht

Heffingsrenteregeling bij bpm-teruggaaf in strijd met EU-recht

Rechtbank Den Haag heeft in een bpm-zaak geoordeeld dat de regeling van de heffingsrente bij teruggaaf van bpm in strijd is met het EU-recht. De Rechtbank baseert dit op een arrest van het HvJ van 18 april 2013, C-565/11, in de zaak Irimie. Uit dat arrest leidt de Rechtbank af dat er bij in strijd met het EU-recht geïnde belasting rente moet worden vergoed vanaf de datum van de onverschuldigde betaling. Daarmee is de heffingsrente ten onrechte vergoed over het tijdvak dat begint drie maanden na het einde van het kalenderjaar waarop de teruggaaf betrekking heeft.

De uitspraak van Rechtbank Den Haag is niet alleen van belang voor bpm, maar bijvoorbeeld ook voor de btw. De nationale btw-wetgeving heeft immers een Europeesrechtelijke grondslag. Sinds 1 januari 2012 wordt overigens niet langer heffingsrente, maar zogenoemde belastingrente vergoed. Daarbij is ook de periode gewijzigd waarover recht op belastingrente bestaat (uitzonderingen daargelaten). Zeker als het bedrag van te ontvangen belastingrente aanzienlijk is, is het verstandig om tijdig bezwaar te maken tegen de beschikking belastingrente.

Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 23 december 2013


Deel dit nieuwsbericht