Herenhuis dat werd gebruikt als kantoor is woning: 2%-tarief overdrachtsbelasting van toepassing

Op 24 oktober 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof Den Haag (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld dat een herenhuis dat werd gebruikt als kantoor naar zijn aard is bestemd voor bewoning. Daardoor is ter zake van de verkrijging van het pand 2% overdrachtsbelasting verschuldigd in plaats van 6%.

Feiten
Op 31 december 2014 hebben X en Y, ieder voor de helft, de eigendom van een pand verkregen. Het pand heeft drie verdiepingen. Het is in of omstreeks 1900 gebouwd als herenhuis met op de begane grond – in ieder geval vanaf 1917 – een atelier. Tot 1949 is het pand als woning in gebruik geweest. Van 1949 tot in 2014 heeft een octrooibureau het pand gebruikt als kantoor.

In geschil is of de door X en Y ter zake van de verkrijging van het pand verschuldigde overdrachtsbelasting 2% of 6% bedraagt.

Oordeel gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof is het 2%-tarief van toepassing. Het gerechtshof overweegt dat uit de feiten blijkt dat het pand in of rond 1900 als woning is gebouwd en in gebruik is genomen en vervolgens decennia lang als woning is gebruikt. De aanwezigheid van een atelier (sinds 1917) maakt dit niet anders. Verder acht het gerechtshof van belang dat er door het octrooibureau aan of in het pand geen verbouwingen of andere werkzaamheden zijn verricht die aan het pand zijn geschiktheid als woning hebben ontnomen. Daarnaast oordeelt het gerechtshof dat de door de inspecteur benadrukte omstandigheid dat het pand vanaf 1949 tot begin 2014 (nagenoeg) geheel als kantoor is gebruikt, evenmin wegneemt dat het pand al die tijd de fysieke kenmerken van een voor bewoning door particulieren bestemde zaak had.

Publicatiedatum: 05 december 2016