Herziening in één keer op moment van ingebruikname is niet in strijd met de Btw-richtlijn

Herziening in één keer op moment van ingebruikname is niet in strijd met de Btw-richtlijn

Op 27 november 2020 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waaruit volgt, dat de herziening in één keer van de in aftrek gebrachte btw niet in strijd is met de Btw-richtlijn.

Feiten

Stichting Schoonzicht (hierna: de stichting) heeft in 2013 op eigen grond een appartementencomplex laten bouwen. Het complex bestaat uit zeven appartementen. Het complex is in juli 2014 opgeleverd. Vier appartementen zijn met ingang van 1 augustus 2014 vrijgesteld verhuurd. Voor drie appartementen heeft de stichting in het derde kwartaal 2014 nog geen huurder gevonden.

De stichting heeft in 2013 voor de bouw van de appartementen € 113.802 aan btw in aftrek gebracht. Deze aftrek heeft betrekking op een te verwachten btw-belaste integratieheffing. Per 1 januari 2014 is deze integratieheffing afgeschaft. De stichting heeft in 2014 geen btw in aftrek gebracht voor de bouw van de appartementen. Vanwege de eerste ingebruikneming op 1 augustus 2014 heeft zij € 79.587 van de in aftrek gebrachte btw herzien (terugbetaald aan de Belastingdienst) en hiertegen bezwaar gemaakt.

Oordeel Hoge Raad

Naar het oordeel van de Hoge Raad is de herziening in één keer van de in aftrek gebrachte btw op het moment van ingebruikname van de onroerende zaak op grond van artikel 15, lid 4, tweede volzin van de Wet op de omzetbelasting 1968 niet in strijd met de Btw-richtlijn 2006.


Publicatiedatum: 30 november 2020


Deel dit nieuwsbericht