Hof: Schoonmaak-bv kan worden toegevoegd aan fiscale eenheid btw

Op 12 april 2019 is een uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: gerechtshof) gepubliceerd omtrent de vraag, of een schoonmaak-bv kan worden toegevoegd aan een fiscale eenheid voor de btw tussen drie onderwijsinstellingen voor basisonderwijs.

Feiten

Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de btw die bestaat uit drie stichtingen. Eén van de drie stichtingen (hierna: Stichting X) biedt basisonderwijs aan op vijftien basisscholen in drie gemeenten. De ontvangsten van de fiscale eenheid bestaan voor ongeveer 99% uit vergoedingen van de rijksoverheid voor het verstrekken van wettelijk geregeld basisonderwijs. Voor ongeveer 1% bestaan haar ontvangsten uit huurinkomsten, die zijn vrijgesteld van btw. Het betreft de verhuur van enkele woningen aan voormalige directeuren, de verhuur van vrijstaande leslokalen en de verhuur van het gymlokaal.

Stichting X had van oorsprong zelf schoonmaakpersoneel in dienst voor het schoonmaken van de scholen. Op dat personeel was de onderwijs-cao van toepassing. Omdat dit erg duur was, heeft Stichting X de schoonmaakwerkzaamheden op enig moment uitbesteed aan een extern schoonmaakbedrijf. Op deze werkzaamheden was de schoonmaak-cao van toepassing.

Op 24 november 2011 is een bv opgericht. Stichting X heeft 100% van de aandelen en is bestuurder van de bv. Bestuurder van Stichting X en uitvoerend bestuurder van de bv was op dat moment F. De bv heeft het schoonmaakpersoneel in dienst genomen en is gaan samenwerken met een andere bv, die beschikt over schoonmaakexpertise.

Uiteindelijk is het verzoek om de bv toe te voegen aan de fiscale eenheid afgewezen.

Gerechtshof

In hoger beroep is primair in geschil of is voldaan aan de volgende eisen voor het kunnen vormen van een fiscale eenheid: organisatorische, financiële en economische verwevenheid. Subsidiair is in geschil of sprake is van misbruik.

Fiscale eenheid

Het gerechtshof komt tot de conclusie dat de stichtingen en de bv in financieel, organisatorisch en economisch opzicht nauw zijn verweven. Dat de omzet van die fiscale eenheid voor slechts een zeer beperkt gedeelte met economische activiteiten wordt behaald, als het standpunt van de inspecteur, dat het verzorgen van basisonderwijs geen economische activiteit is, wordt gevolgd, leidt niet ertoe dat de bv niet zou kunnen worden toegevoegd aan de fiscale eenheid.

Misbruik van recht

Er is geen sprake van misbruik van recht. Het gerechtshof is namelijk van oordeel dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat het wezenlijke doel is gelegen in het behalen van een btw-voordeel in strijd met doel en strekking van de nationale en Europese btw-wetgeving.

Geen integrale proceskostenvergoeding

Naar het oordeel van het gerechtshof zijn er geen bijzondere omstandigheden die aanleiding geven tot een integrale proceskostenvergoeding.

Slot

Uit deze uitspraak blijkt dat het voor instellingen, die aan hen in rekening gebrachte btw grotendeels niet in aftrek kunnen brengen, onder omstandigheden mogelijk is om een fiscale eenheid te vormen met een bv die schoonmaakdiensten aan hen gaat verrichten. Op die manier zijn schoonmaakdiensten niet belast met niet aftrekbare btw. Het oordeel van het gerechtshof is in lijn met de conclusie van de advocaat-generaal van de Hoge Raad waarover wij u eerder hebben geïnformeerd. Mocht u naar aanleiding van het vorenstaande nog vragen hebben, neemt u dan gerust contact met ons op via 0487-51 02 89 of via info@zekerfiscaal.nl.

Publicatiedatum: 22 april 2019