Hoge Raad: gerechtshof heeft de verwijzingsopdracht niet goed uitgevoerd in de zaak gemeente Aalten

Op 6 januari 2017 heeft de Hoge Raad arrest gewezen en geoordeeld dat Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: gerechtshof) de verwijzingsopdracht in de zaak van gemeente Aalten niet goed heeft uitgevoerd. De Hoge Raad verwijst de zaak ter verdere behandeling en beslissing naar Gerechtshof Amsterdam.

Feiten
De gemeente Aalten (hierna: de gemeente) zorgt in de jaren 2004 t/m 2007 voor de bouw en verbouwing/uitbreiding van een aantal schoolgebouwen. Na de voltooiing van de nieuwbouw draagt de gemeente de gebouwen over aan een stichting, die ze gaat verhuren aan een schoolstichting en een schoolvereniging. De verkoopprijs ligt beduidend lager dan de kostprijs van de scholen. De gemeente heeft de btw over de verkoopprijs op aangifte voldaan en de btw die haar in rekening is gebracht ter zake van de verbouwingen en de bouw van de nieuwe schoolgebouwen in aftrek gebracht. Ook heeft de gemeente de overdrachtsbelasting die is verschuldigd ter zake van de verkrijgingen van de nieuwe schoolgebouwen door de stichting betaald.

Oordeel Gerechtshof ’s-Hertogenbosch
Voor het oordeel van het gerechtshof verwijzen we naar het eerder door ons gepubliceerde nieuwsbericht.

Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof de verwijzingsopdracht niet goed heeft uitgevoerd en verwijst de zaak naar Gerechtshof Amsterdam. Het gerechtshof moest opnieuw onderzoeken, met inachtneming van alle feiten en omstandigheden, of de gemeente heeft gehandeld in strijd met doel en strekking van de wet en kon derhalve bij zijn onderzoek na verwijzing niet volstaan met een onderzoek naar uitsluitend de toelaatbaarheid van het ‘tussenschuiven’ van de stichting. Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat het gerechtshof een aangevoerde stelling van de inspecteur verkeerd heeft opgevat en die stelling zodoende op onjuiste gronden heeft verworpen.

Publicatiedatum: 13 januari 2017