Holding die managementdiensten om niet verricht voor dochterondernemingen heeft geen recht op aftrek

Holding die managementdiensten om niet verricht voor dochterondernemingen heeft geen recht op aftrek

Op 12 januari 2017 is een beschikking van het Hof van Justitie (hierna: HvJ) een beschikking gegeven waaruit volgt dat een holding die managementdiensten om niet verricht voor haar dochterondernemingen, geen recht heeft op aftrek van de inkoop-btw toerekenbaar aan deze diensten. De managementdiensten zijn namelijk aan te merken als niet-economische activiteiten.

Feiten
MVM is een Hongaars energiebedrijf in eigendom van de Staat. Zij verhuurt elektriciteitscentrales en optischevezelnetwerken en heeft talrijke ondernemingen in handen die zich hoofdzakelijk bezighouden met de opwekking of de distributie van elektriciteit. MVM sluit een zogenoemde ‘zeggenschapsovereenkomst’ naar Hongaars recht met haar dochterondernemingen waarmee een naar Hongaars recht erkende groep van ondernemingen wordt opgericht. Door de oprichting van een dergelijke groep is geen afzonderlijke rechtspersoon tot stand gekomen en hebben de leden van de groep hun rechtspersoonlijkheid niet verloren. Evenmin is een btw-groepsregeling van toepassing geworden op de leden.
In de periode 2008 tot en met 2010 was MVM verantwoordelijk voor het strategisch management van de groep. In dat verband betrok zij juridische diensten en diensten op het vlak van bedrijfsbeheer en public relations, voor zichzelf, voor de groep en voor de leden van de groep. MVM heeft de kosten van deze diensten niet doorbelast aan haar dochterondernemingen. Ook ontving MVM geen algemene vergoeding voor haar strategisch management. MVM bracht de over die diensten betaalde btw in aftrek.

Oordeel HvJ
Aangezien MVM geen vergoeding van haar dochterondernemingen ontving voor het centrale beheer van de activiteiten van de groep (managementdiensten), is de inmenging van MVM in het beheer van haar dochterondernemingen niet aan te merken als een economische activiteit. MVM heeft geen recht op aftrek van de inkoop-btw op de deze afgenomen diensten voor zover die verband houden met niet-economische activiteiten.

Belang voor de praktijk
Het is de vraag hoe deze beschikking in de Nederlandse praktijk zal gaan uitwerken. In Nederland is er namelijk de holdingresolutie. Op basis van de holdingresolutie kan worden verdedigd dat het houden van aandelen geen invloed heeft op de mate van aftrek. De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief van 29 oktober 2015 op bladzijden 35 en 35 aan de Tweede Kamer laten weten dat de holdingresolutie zal worden verduidelijkt.


Publicatiedatum: 10 maart 2017


Deel dit nieuwsbericht