Holding voor doorbelasten accountantskosten aan dochters geen btw-ondernemer

Holding voor doorbelasten accountantskosten aan dochters geen btw-ondernemer

Op 7 juni 2016 heeft Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan inzake btw-ondernemerschap. In deze zaak gaat het om een holding met 12 dochtermaatschappijen. De activiteiten van de holding bestaan uit het doorbelasten van een deel van de accountantskosten voor het opstellen van jaarrekeningen aan haar dochtermaatschappijen.   

Ondernemerschap
Het oordeel van de rechtbank komt erop neer dat de holding niet aannemelijk heeft gemaakt dat rechtsbetrekkingen bestaan tussen de holding en haar dochtermaatschappijen en dat de holding prestaties heeft verricht jegens haar dochtermaatschappijen. De holding had nader dienen te onderbouwen welke afspraken met de dochtermaatschappijen aan de doorbelastingen ten grondslag hebben gelegen en waarin het voordeel bestaat dat de dochtermaatschappijen in ruil daarvoor hebben genoten. De rechtbank acht om die reden niet aannemelijk dat de holding prestaties tegen vergoeding heeft verricht. De holding is daarom geen ondernemer voor de btw en heeft geen recht op aftrek van de aan haar in rekening gebrachte btw.

Fiscale eenheid
De holding heeft zich op het standpunt gesteld dat zij van rechtswege onderdeel uitmaakt van een fiscale eenheid, ook indien zij geen ondernemer is voor de btw. In verband met dit laatste aspect doet zij een beroep op de holdingresolutie. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van economische verwevenheid en kan de holding om die reden geen deel uitmaken van een fiscale eenheid. Het beroep op de holdingresolutie faalt, omdat de holding niet voldoet aan alle in deze resolutie opgenomen voorwaarden. Bovendien is niet aannemelijk gemaakt dat de holding een houdstermaatschappij is die binnen het concern een sturende en beleidsbepalende functie vervult.

Vertrouwensbeginsel
De rechtbank verwerpt het beroep op het vertrouwensbeginsel, aangezien alleen sprake kan zijn van rechtens relevant vertrouwen indien dit vertrouwen is gewekt voordat de aftrek van voorbelasting plaatsvond. Die aftrek vond plaats in de jaren 2009 tot en met 2012 en dus ruim voordat de beschikking fiscale eenheid en het controlerapport bestonden (2013 en 2014).

Boeten
De rechtbank vernietigt de boeten, omdat er sprake is van een pleitbaar standpunt. Als de doorbelasting van een deel van de accountantskosten wel tot btw-ondernemerschap zou hebben geleid, dan zouden de algemene kosten volledig aftrekbaar zijn geweest, omdat de holding geen andere prestaties verrichtte en dus een pro rata van 100% had.


Publicatiedatum: 17 juni 2016


Deel dit nieuwsbericht