Hongaarse belastingdienst moet belastingplichtige van nodige informatie voorzien om weigering btw-aftrek wegens fraude te kunnen weerleggen

Hongaarse belastingdienst moet belastingplichtige van nodige informatie voorzien om weigering btw-aftrek wegens fraude te kunnen weerleggen

Op 16 oktober 2019 heeft het Hof van Justitie arrest gewezen over het antwoord op de vraag of het in strijd is met het EU-recht dat Hongarije het recht op btw-aftrek van Glencore weigert, omdat de Hongaarse belastingdienst reeds had vastgesteld dat de leveranciers betrokken waren bij btw-fraude.

Feiten
Glencore is een in Hongarije gevestigde onderneming die zich voornamelijk bezighoudt met de groothandel in granen, oliehoudende zaden, veevoeders en grondstoffen. De Hongaarse belastingdienst was naar aanleiding van controles van mening dat Glencore ten onrechte btw in aftrek had gebracht, voor zover zij wist of had moeten weten dat de transacties met haar leveranciers onderdeel waren van btw-fraude. De Hongaarse belastingdienst baseerde zich op bevindingen bij die leveranciers, waarbij hij deze fraude als een vaststaand feit beschouwde.

Glencore stelt dat de handelswijze van de Hongaarse belastingdienst niet voldoet aan het vereiste van een eerlijke procedure. Het recht van haar verdediging zou in twee opzichten zijn geschonden. Enerzijds omdat de Hongaarse belastingdienst ambtshalve rekening heeft gehouden met bevindingen van controles waarin Glencore geen rechten had als partij. Dit betekent volgens Glencore dat uit deze bevindingen geen voor haar belastende feiten mochten worden afgeleid. Anderzijds heeft Glencore niet kunnen beschikken over de documentatie van de controles die bij haar leveranciers zijn verricht. Zij heeft slechts kennis kunnen nemen van een deel van deze documenten, dat door de Hongaarse belastingdienst was bepaald op basis van criteria die voor haar oncontroleerbaar waren, waardoor haar recht op inzage van het bewijsmateriaal is geschonden.

Hof van Justitie
Het Hof van Justitie is van oordeel dat het niet in strijd is met het EU-recht dat Hongarije het recht op btw-aftrek van Glencore weigert, omdat de Hongaarse belastingdienst reeds had vastgesteld dat de leveranciers betrokken waren bij btw-fraude. Het Hof van Justitie stelt wel een aantal voorwaarden. Zo moet de Hongaarse belastingdienst de belastingplichtige in kennis stellen van de bewijselementen en mag een belastingplichtige niet het recht worden ontnomen om tijdens de procedure waaraan hij is onderworpen naar behoren op te komen tegen feitelijke bevindingen en juridische kwalificaties. De belastingdienst moet immers aan de hand van objectieve elementen vaststellen op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de belastingplichtige wist of had moeten weten dat de handeling waarop hij zich voor de vaststelling van het recht op aftrek baseerde, onderdeel was van een fraude. Verder moet de belastingplichtige toegang krijgen tot alle gegevens die zijn verzameld in het kader van de onderzoeken bij de leveranciers, tenzij doelstellingen van algemeen belang een beperking van die toegang rechtvaardigen. Ten slotte moet de rechter, bij wie beroep tegen dat besluit is ingesteld, kunnen nagaan of deze elementen rechtmatig zijn verkregen en gebruikt en hij de bevindingen in de administratieve besluiten, die ten aanzien van die leveranciers zijn genomen en die bepalend zijn voor de uitkomst van het beroep, kan controleren.

Publicatiedatum: 20 oktober 2019


Deel dit nieuwsbericht