HvJ: gemeente die leerlingenvervoer organiseert handelt niet als btw-ondernemer

HvJ: gemeente die leerlingenvervoer organiseert handelt niet als btw-ondernemer

Op 12 mei 2016 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ) arrest gewezen in de zaak Gemeente Borsele. Naar het oordeel van het HvJ handelt een gemeente niet als btw-ondernemer voor leerlingenvervoer, als de bijdragen van de gebruikers slechts ruim 3% van de kosten van dat vervoer dekken.

Belang voor de praktijk
Uit dit arrest volgt dat gemeenten geen recht hebben op aftrek van inkoop-btw die zij hebben betaald voor de prestaties van de vervoersondernemingen voor de uitvoering van leerlingenvervoer. De inkoop-btw is op grond van de huidige jurisprudentie ook niet compensabel via het btw-compensatiefonds, voor zover deze betrekking heeft op het daadwerkelijk vervoeren van leerlingen. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een procedure van de gemeente Montferland namelijk beslist dat bij het vervoer sprake is van een verstrekking aan een individuele derde. De btw is daarmee een kostenpost. Tegen die uitspraak is echter beroep in cassatie ingesteld en ook in de onderhavige casus van de gemeente Borsele staat de discussie over de compensatie nog open. Gemeenten doen er dan ook goed aan om tegen de beschikking bcf 2015 binnen 6 weken bezwaar te maken. Voor zover inkoop-btw betrekking heeft op beleidsmatige activiteiten van gemeenten met betrekking tot leerlingenvervoer is die btw wel compensabel.

Feiten
Gemeente Borsele organiseerde tijdens het schooljaar 2008/2009 het vervoer van bepaalde in de gemeente woonachtige leerlingen naar haar scholen. Daartoe gaf zij opdrachten aan verschillende vervoersondernemingen, die voor dit vervoer bedragen met btw in rekening brachten aan de gemeente. Het totale bedrag dat door de vervoersondernemingen in rekening is gebracht, bedraagt € 458.231. Van de ouders van de leerlingen, die het schoolvervoer bij de gemeente moesten aanvragen, inde de gemeente bijdragen. Het bedrag ervan werd bij afstanden tussen 6 en 20 kilometer bepaald door de kosten van het openbaar vervoer over een afstand van 6 kilometer. Bij afstanden van meer dan 20 kilometer werd daarnaast rekening gehouden met het inkomen van de ouders. Alles bij elkaar betaalde slechts een derde van de ouders bijdragen. In totaal werd een bedrag van € 13.958 aan bijdragen ontvangen, wat overeenkwam met ruim 3% van wat de gemeente had betaald voor de financiering van het leerlingenvervoer.

Oordeel HvJ
Naar het oordeel van het HvJ handelt een gemeente voor het leerlingenvervoer niet als btw-ondernemer. Het HvJ neemt daarbij in overweging dat de gemeente via de bijdragen die zij ontvangt slechts een gering deel (ruim 3%) van de gemaakte kosten terugkrijgt. Daarnaast merkt het HvJ op dat de omstandigheden waarin de vervoersdienst wordt verricht, verschillen van die waarin personenvervoer normaal gesproken wordt verricht. De gemeente biedt immers geen prestaties aan op de algemene markt van personenvervoer, maar koopt de vervoersdiensten in bij de vervoersondernemingen en stelt deze diensten in het kader van haar overheidstaak ter beschikking.

Publicatiedatum: 12 mei 2016


Deel dit nieuwsbericht