Inkoop-btw leerlingenvervoer niet aftrekbaar en niet compensabel

Inkoop-btw leerlingenvervoer niet aftrekbaar en niet compensabel

Op 18 november 2016 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de zaak Gemeente Borsele. Uit het arrest volgt dat de inkoop-btw met betrekking tot leerlingenvervoer niet aftrekbaar is via de btw-aangifte en ook niet compensabel is via het btw-compensatiefonds. De inkoop-btw is daarmee een kostenpost voor de gemeente.

Feiten

Gemeente Borsele organiseerde tijdens het schooljaar 2008/2009 het vervoer van bepaalde in de gemeente woonachtige leerlingen naar haar scholen. Daartoe gaf zij opdrachten aan verschillende vervoersondernemingen, die voor dit vervoer bedragen met btw in rekening brachten aan de gemeente. Het totale bedrag dat door de vervoersondernemingen in rekening is gebracht, bedraagt € 458.231. Van een deel van de ouders van de leerlingen, die het schoolvervoer bij de gemeente moesten aanvroegen, inde de gemeente bijdragen. Het bedrag ervan werd bij afstanden tussen 6 en 20 kilometer bepaald door de kosten van het openbaar vervoer over een afstand van 6 kilometer. Bij afstanden van meer dan 20 kilometer werd daarnaast rekening gehouden met het inkomen van de ouders. Alles bij elkaar betaalde slechts een derde van de ouders bijdragen. In totaal werd een bedrag van € 13.958 aan bijdragen ontvangen, wat overeenkwam met ruim 3% van wat de gemeente had betaald voor de financiering van het leerlingenvervoer.

Arrest Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt in navolging van het Hof van Justitie dat de gemeente met betrekking tot het leerlingenvervoer niet als ondernemer handelt voor de btw. De inkoop-btw met betrekking tot dat leerlingenvervoer is daarmee niet aftrekbaar via de btw-aangifte. Bovendien is die inkoop-btw niet compensabel via het btw-compensatiefonds. De Hoge Raad is namelijk van oordeel dat compensatie is uitgesloten omdat sprake is van het verstrekken van diensten aan individuele derden.

Publicatiedatum: 18 november 2016


Deel dit nieuwsbericht