Inkoop-btw van nieuw schoolgebouw is niet aftrekbaar

Inkoop-btw van nieuw schoolgebouw is niet aftrekbaar

Op 19 oktober 2018 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de zaak Gemeente Barendrecht (hierna: de gemeente). Uit dit arrest volgt dat de gemeente geen recht heeft op aftrek van de btw op de stichtingskosten van het betreffende schoolgebouw.

Feiten
De gemeente heeft een schoolgebouw laten bouwen voor de huisvesting van twee instellingen voor voortgezet onderwijs (hierna: VO-scholen) en twee ROC’s (hierna: MBO-scholen). De gemeente is wettelijk verplicht te voorzien in de huisvesting van scholen voor voortgezet onderwijs op haar grondgebied, binnen de daartoe in de Wet op het voortgezet onderwijs (hierna: Wet VO) gestelde bekostigingsnormen. Ten aanzien van de MBO-scholen geldt deze wettelijke verplichting niet. De totale stichtingskosten van het schoolgebouw bedragen € 18.247.300 inclusief btw. Het schoolgebouw heeft bouwkundige voorzieningen die buiten de bekostigingsnormen vallen. Het bevoegd gezag van de VO-scholen berust bij een niet gelieerde stichting respectievelijk een niet gelieerde vereniging. De gemeente is met de stichting en de vereniging overeengekomen dat zij voor de verkrijging van het schoolgebouw € 687.768 inclusief btw moeten betalen. Dit bedrag is afgeleid van de kosten die waren gemoeid met de bouwkundige voorzieningen die niet vallen binnen de bekostigingsnormen van de Wet VO. Daarnaast is de gemeente met de stichting en de vereniging overeengekomen dat zij gedurende een periode van vijftien jaren jaarlijks een bedrag van € 90.000 moeten betalen. Dit bedrag is gelijk aan de jaarlijkse huursom die de MBO?scholen aan de stichting en de vereniging moeten betalen voor het gebruik van een deel van het schoolgebouw. Op 30 juni 2015 heeft de gemeente het schoolgebouw, voor ingebruikname, geleverd aan de stichting en de vereniging.
De gemeente heeft het verschil tussen de verschuldigde btw wegens de belaste levering en de btw op de stichtingskosten tijdens de bezwaarfase teruggevraagd. De inspecteur heeft de btw-teruggaaf geweigerd.

Hoge Raad
Gerechtshof Den Haag (hierna: gerechtshof) heeft terecht geoordeeld dat de levering van het schoolgebouw niet onder bezwarende titel is verricht. Hierdoor heeft het gerechtshof ook terecht geoordeeld dat de gemeente geen recht heeft op aftrek van btw met betrekking tot de levering van het schoolgebouw.

De levering van het schoolgebouw is niet onder bezwarende titel verricht, omdat de van de stichting en de vereniging ontvangen bedragen slechts ten dele de levering van het schoolgebouw vergoeden en deze bedragen zijn bepaald op basis van een andere factor die afdoet aan dat verband. Die factor is de in de Wet VO opgenomen bekostigingsregeling van huisvesting.

Ook het beroep van de gemeente op het besluit publiekrechtelijke lichamen van de staatssecretaris van Financiën biedt geen uitkomst. In casu is namelijk geen sprake van een belastbare levering en daarmee niet van een economische activiteit.

Soortgelijk arrest gewezen in een andere zaak
De Hoge Raad heeft op dezelfde dag een soortgelijk arrest gewezen in de zaak gemeente Brielle.

Belang voor de praktijk
Door deze arresten van de Hoge Raad zal het een stuk moeilijker worden om belasting te besparen op schoolgebouwen. Dat komt door de in de Wet VO gestelde bekostigingsnormen. Desalniettemin zien wij nog steeds mogelijkheden om belasting te besparen met schoolgebouwen voor instellingen op het gebied van primair en voortgezet onderwijs. Dat vereist wel een goede begeleiding door een btw-specialist vanaf het begin van een nieuwbouwtraject. Daarnaast kan nog steeds belasting worden bespaard op schoolgebouwen bestemd voor MBO-scholen, HBO-scholen en universiteiten. Deze hebben immers niet te maken met de wettelijke bekostigingsnormen. Hetzelfde geldt voor multifunctionele accommodaties (afgezien van eventuele onderwijsgedeelten voor primair en voortgezet onderwijs).

Publicatiedatum: 24 oktober 2018


Deel dit nieuwsbericht