Intracommunautaire transactie – “Vereenvoudigde ABC-levering”

Helaas is er niets eenvoudig aan de “vereenvoudigde ABC-levering”, zodat de benaming van deze transactie eigenlijk aangepast zou moeten worden. Deze “vereenvoudiging” is ooit geïntroduceerd om btw-registraties in andere lidstaten te voorkomen. Met het doel van deze bepaling is dan ook niets mis. Echter, de van toepassing zijnde voorwaarden en de interpretatie van deze voorwaarden in de praktijk hebben in het verleden al tot veel discussies en btw-naheffingen geleid. Deze bepaling lijkt dan ook zijn doel voorbij te schieten.

In de kern ziet de “vereenvoudiging” op de volgende situatie

- Drie partijen (A | B | C) zijn betrokken bij de verkoop en levering van een goed
- A | B | C zijn gevestigde in drie verschillende lidstaten
- Het goed wordt rechtstreeks geleverd vanuit lidstaat A aan de uiteindelijke klant in lidstaat C

Zonder de nadere details verder uit te werken, wordt met de toepassing van de “vereenvoudigde ABC-levering” voorkomen dat partij B zich in lidstaat C voor de Btw moet registeren en dat de feitelijke btw-heffing op deze transactie bij partij C rust.

Nieuwe zaak Hof van Justitie EU

In een nieuwe zaak voor het Hof van Justitie EU (link naar zaak) staat deze bepaling wederom ter discussie. Het belang van deze zaak zit in het feit dat door alleen een fout in de factuur er een serieuze btw-naheffing dreigt voor partij B. Deze fout is niet meer dan het vergeten op te nemen van de term “verleggingsregeling is van toepassing” op de factuur van B.

Het is zeker verrassend te noemen dat door een dergelijke fout in de factuur een btw-naheffingsaanslag dreigt, aangezien de jurisprudentie juist een ontwikkeling laat zien, waardoor dit formalisme meer en meer buitenspel is gezet (de “substance over form” geachte). Als het Hof van Justitie EU daadwerkelijk beslist dat alleen het niet vermelden van de term “verleggingsregeling is van toepassing” op de factuur voldoende is voor een btw-naheffingsaanslag, dienen we er serieus rekening mee te houden dat deze zaak verstrekkende gevolgen kan hebben naar andere onderwerpen binnen het btw-systeem. De factuurvereisten zullen dan veel strikter nageleefd moeten worden. Laten we hopen dat het Hof van Justitie een herintreding van dit formalisme voorkomt. Een uitspraak in deze zaak verwachten wij op zijn vroegst later dit jaar.

Indien u vragen heeft over deze zaak of deze zaak verder met ons wilt doorspreken, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. 

Publicatiedatum: 21 juli 2022