Inventarisatie btw-vrijstelling sportopleidingen en onderzoek compensatie financieel nadeel voor benadeelden door verruiming btw-sportvrijstelling

Op 27 februari 2017 heeft de staatssecretaris van Financiën in een brief gereageerd op het advies van de Nederlandse Sportraad van 20 december 2016 over btw op sportopleidingen. Ook gaat de staatssecretaris in op de verruiming van de btw-sportvrijstelling.

Inventarisatie btw-vrijstelling sportopleidingen
De staatssecretaris geeft aan dat NOC*NSF vorig jaar zijn aandacht heeft gevraagd voor uitbreiding van de reikwijdte van de btw-vrijstelling voor sportcursussen in het onderwijsbesluit. Dat is voor de staatssecretaris aanleiding geweest om deze vrijstelling (vormgegeven bij beleidsmatige goedkeuring) nader te bezien en een verkenning te laten uitvoeren naar de werking ervan. Deze verkenning wordt door de Belastingdienst uitgevoerd in samenspraak met NOC*NSF en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS). Het brede aanbod aan sportcursussen van de sportbonden wordt hierbij getoetst aan de wettelijke btw-onderwijsvrijstelling en daarmee de noodzakelijkheid van een goedkeuring. Ook wordt beoordeeld of, en zo ja, in hoeverre de vrijstelling met toepassing van een overgangsregeling moet worden ingetrokken vanwege onverenigbaarheid met de Europese Btw-richtlijn. Zodra de resultaten zijn afgerond zal hij de Tweede en Eerste kamer hierover informeren.

Wijziging btw-sportvrijstelling
De staatssecretaris merkt op dat de btw-sportvrijstelling in de Nederlandse wetgeving naar aanleiding van het Europese Bridport-arrest moet worden aangepast. Gemeenten en bepaalde sportstichtingen hebben op basis van de huidige wetgeving onder bepaalde omstandigheden recht op aftrek van inkoop-btw op kosten die toerekenbaar zijn aan de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties aan sportverenigingen. Dit recht op aftrek vervalt als de Nederlandse wetgeving conform het voormelde arrest in lijn wordt gebracht met de Europese Btw-richtlijn. Het moeten toepassen van een vrijstelling pakt vanwege het verlies van het recht op aftrek van inkoop-btw financieel ongunstig uit voor gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen. De staatssecretaris geeft aan dat er op dit moment een onderzoek loopt, samen met het ministerie van VWS en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, naar de mogelijkheden om het financiële nadeel voor gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen als gevolg van deze verplichte implementatie te compenseren bij de benadeelden ter grootte van het nadeel. Op de uitkomsten van dat onderzoek kan de staatssecretaris op dit moment nog niet vooruitlopen.

Publicatiedatum: 10 maart 2017