Kamerbrief over de loonsverhoging en wijziging pensioenindexatie in de publieke sector
Op 23 juli 2015 heeft minister Plasterk van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over het recent bereikte onderhandelingsresultaat met drie centrales van overheidspersoneel en de overheidswerkgevers over de loonruimte voor de publieke sector.
Loonsverhoging
De gesloten overeenkomst geldt voor medewerkers van de kabinetssectoren (Rijksoverheid, Politie, Defensie en Rechterlijke Macht) en de onderwijssectoren (Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs, Hoger Beroepsonderwijs, Universiteiten en Onderzoeksinstellingen). Deze personeelsleden ontvangen over 2015-2016 een totale loonsverhoging van 5,05% en in 2015 een incidentele uitkering van € 500 (bruto).
De overeenkomst geeft aan dat de andere sectoren, namelijk Gemeenten, Provincies, Waterschappen, en Universitair Medische Centra vanaf 1 januari 2016 in ieder geval een loonsverhoging van 1,4% krijgen. Dit is de loonruimte die beschikbaar komt door de aanpassing van de pensioenregeling van het ABP. Afgesproken is dat zodra deze gelden beschikbaar komen, zij bestemd zijn voor primair loon. Over de stijging van het loon van het gemeentepersoneel hebben we reeds eerder bericht.
ABP-pensioen
De huidige financiële situatie bij het ABP maakt het met de nu geldende rekensystematiek onmogelijk om de pensioenaanspraken de komende jaren te indexeren volgens de huidige indexatie. Tegen deze achtergrond hebben partijen besloten per 1 januari 2016 het ouderdomspensioen van de ABP-regeling voortaan te indexeren op basis van prijsinflatie in plaats van looninflatie.
Het aanpassen van de indexatieambitie leidt onder meer tot een lagere pensioenpremie. Deze lagere pensioenpremie betekent dat zowel de overheidswerkgevers als -werknemers minder premie hoeven af te dragen. De vrijval van het werkgeversdeel bedraagt 1% van de loonsom, deze wordt volledig ingezet voor een verhoging van het (pensioengevend) loon.
Financieringsbronnen loonafspraken
De salarisverhoging van 5,05% en de aanvullende eenmalige € 500 bruto worden gefinancierd uit verschillende bronnen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financieringsbronnen voor de loonafspraken:
Financieringsbron | Vanuit werkgevers | Vanuit verlaging pensioenpremies | Totaal |
Eenmalige bruto uitkering in 2015 | € 500 |
|
|
1,25% structureel vanaf 1/9/2015 | 1,25% |
|
|
1,6% structureel vanaf 1/1/2016 | 1,60% |
|
|
0,4% structureel door voorkomen premieopslag | 0,40% |
|
|
Vrijval door aanpassing indexatieambitie |
| 1,00% |
|
0,8% structureel a.g.v. Witteveen II |
| 0,80% |
|
Totaal | 3,25% + € 500 | 1,80% | 5,05% |
Publicatiedatum: 26 juli 2015
Deel dit nieuwsbericht