Kamerbrief over fiscale maatregelen coronacrisis. Geen specifieke thuiswerkfaciliteit

Kamerbrief over fiscale maatregelen coronacrisis. Geen specifieke thuiswerkfaciliteit

Vanuit de Tweede Kamer zijn schriftelijke vragen gesteld over de brief van 14 april 2020 inzake ‘Beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus’ en de op 2 april 2020 toegezonden brief inzake ’Uitstel van betaling voor ondernemers (met een g-rekening) en uitstel heffing EB/ODE’. Nadat deze vragen zijn gesteld, is op 16 april 2020 het Besluit noodmaatregelen coronacrisis gepubliceerd. Dit besluit is nadien tweemaal geactualiseerd.

Op 15 juni 2020 hebben de staatssecretaris Vijlbrief en Van Huffelen van Financiën deze Kamervragen beantwoord. In de Kamerbrief wordt een aantal onderwerpen besproken waarbij soms naar het geactualiseerde besluit wordt verwezen.. Voor wat betreft de loonheffingen willen wij specifiek wijzen op onderstaande onderwerpen.

Grensarbeiders
Ten aanzien van grensarbeiders herhaalt de staatssecretaris dat de overeenkomsten die Nederland met Duitsland en België heeft afgesloten als uitgangspunt hebben dat grensarbeiders die noodgedwongen thuisblijven met behoud van salaris gedurende deze periode belast blijven in het land waar zij onder normale omstandigheden zouden hebben gewerkt. Kortom, grensarbeiders ondervinden geen verschuiving van het heffingsrecht als gevolg van thuiswerkdagen door de coronacrisis.

Opgemerkt wordt verder dat de overeenkomst met Duitsland niet geldt voor personen die onder het overheidsartikel vallen van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland. Op grond van dat artikel is de staat van de overheid (kasstaat) immers exclusief heffingsbevoegd over het loon dat is verkregen in het kader van de uitoefening van een overheidsfunctie.

Daarnaast wordt onder meer opgemerkt dat de overeenkomsten met Duitsland en België betrekking hebben op het artikel uit de belastingverdragen dat gaat over niet-zelfstandige arbeid (werknemers). De overeenkomsten hebben dus geen betrekking op het verdragsartikel dat gaat over ondernemingswinst en waar ook zelfstandigen (ondernemers voor de inkomstenbelasting) onder vallen.

Versoepeling nakoming administratieve verplichtingen
De staatssecretaris bevestigt dat de maatregel dat het anoniementarief bij het niet tijdig kunnen identificeren van een nieuwe werknemer niet behoeft te worden toegepast ook geldt voor een buitenlandse werknemer die in Nederland werkt of komt werken.

Thuiswerkvoorzieningen
Vanuit de Tweede Kamer is gevraagd of de werkkostenregeling kan worden ingezet om de thuiswerklocatie van werknemers te verbeteren. Veel werkgevers hebben in verband met de beperkende maatregelen door de coronacrisis hun werknemers conform het advies van de regering opgedragen waar mogelijk thuis te werken. De staatssecretaris merkt op dat bij ‘verplicht thuiswerken kan een werkgever bijvoorbeeld een beeldscherm, een toetsenbord en een werkstoel aan de werknemer vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen, mits die voldoen aan de eisen die de Arbeidsomstandighedenwet stelt aan beeldschermarbeid. De werkgever heeft op grond van deze wet de verplichting erop toe te zien dat de werknemer thuis goed en veilig kan werken.’

Deze cursief weergegeven opmerking verdient naar onze mening enige nuancering. Deze vergoedingen, verstrekkingen of ter beschikkingstellingen kunnen immers ook worden gedaan wanneer er geen verplichting bestaat om thuis te werken. Het kan ook gelden wanneer thuiswerken een eigen keuze is. Daarnaast geldt de verplichting van de werkgever om erop toe te zien dat de werknemer thuis goed en veilig kan werken naar onze mening alleen als er de verplichting is om thuis te werken of als de werkgever daar om heeft verzocht. Dus niet als de werknemer er zelf voor kiest om thuis te werken.

Uit de reacties van de staatssecretaris kan worden afgeleid dat er geen specifieke fiscale regeling komt voor thuiswerken, zoals de telewerkvergoeding, zoals die vóór de werkkostenregeling bestond. De praktijk heeft het te doen met de huidige gerichte vrijstellingen.

Voor mobiele communicatiemiddelen geldt een gerichte vrijstelling indien onder meer aan de voorwaarde wordt voldaan dat deze voorziening noodzakelijk is om het werk te kunnen verrichten. De staatssecretaris merkt op het voor de werkgever eenvoudiger is om aan te tonen dat voldaan wordt aan het noodzakelijkheidscriterium nu de werknemers thuiswerken. Hopelijk nemen de inspecteurs die bijvoorbeeld kritisch zijn over het onbelast vergoeden van een internetabonnement deze opmerking ter harte.

Publicatiedatum: 16 juni 2020


Deel dit nieuwsbericht