Koepelvrijstelling van toepassing bij stichting die invalpool leerkrachten beheert

Koepelvrijstelling van toepassing bij stichting die invalpool leerkrachten beheert

Op 15 september 2020 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) heeft geoordeeld dat op de diensten van een stichting, die een invalpool van leerkrachten beheert, de koepelvrijstelling van toepassing is.

Feiten

Stichting X (hierna: X) is een samenwerkingsverband van een aantal schoolbesturen in het basisonderwijs en heeft geen winstoogmerk. In totaal zijn 86 scholen aangesloten. Zij beheert een pool van leerkrachten die kunnen worden ingezet bij één van de aangesloten scholen. Zij bemiddelt tussen de scholen met personeelsbehoefte en de leerkrachten uit de pool. De leerkrachten zijn niet in dienst bij X, maar zijn in dienst bij een van de deelnemende scholen of worden in dienst genomen door de school waar zij worden ingezet. 

Rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank vallen de diensten van X onder de koepelvrijstelling. Daartoe overweegt de rechtbank:

  • dat de diensten van X rechtstreeks nodig zijn voor het verzorgen van onderwijs door haar leden. De diensten zijn volledig toegesneden op de behoeften van haar leden en worden uitsluitend aan de leden verricht;
  • dat X van haar leden slechts terugbetaling vordert van hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven; en
  • dat de activiteiten van X niet leiden tot verstoring van de concurrentieverhoudingen. Met de diensten van X, die zijn toegesneden op de behoeften van de aangesloten scholen, wordt door middel van samenwerking een efficiency-voordeel beoogd ten opzichte van de situatie waarin de aangesloten scholen ieder voor zich zouden moeten voorzien in hun vraag naar leerkrachten. De rechtbank acht het aannemelijk dat X, ook zonder toepassing van de koepelvrijstelling, erin zou slagen om haar leden als afnemers van haar diensten te behouden, zodat het niet aannemelijk is dat onafhankelijke marktdeelnemers door toepassing van de vrijstelling van de markt worden uitgesloten. De rechtbank weegt daarbij mee dat door X geen diensten worden verricht aan scholen die niet bij haar zijn aangesloten en dat het geen van derden ingekochte diensten betreft die zij aan de leden verstrekt.

Publicatiedatum: 23 september 2020


Deel dit nieuwsbericht