Komt er een hausse aan opdrachtnemers die een arbeidsovereenkomst vorderen?

Komt er een hausse aan opdrachtnemers die een arbeidsovereenkomst vorderen?

Eerder hebben we bericht over de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 16 februari 2021 waarin de arbeidsrelatie van een maaltijdbezorger met Deliveroo als een arbeidsovereenkomst is aangemerkt. In de overwegingen bij haar conclusie merkt het hof op dat zij het van minder belang acht dat tussen partijen een modelovereenkomst ‘geen werkgeversgezag’ is gesloten op basis waarvan de Belastingdienst de arbeidsrelatie niet als een (fictieve) dienstbetrekking aanmerkt. Partijen in deze zaak zijn het er ook over eens dat de fiscale en civiele rechtspositie niet noodzakelijk samenvallen. Oftewel, de Belastingdienst kan wel bevestigen dat geen sprake is van een dienstbetrekking, civielrechtelijk kan er wel degelijk sprake zijn van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW. Bij de behandeling van de grieven gaat het hof nadrukkelijk in op het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020. Net zomin dat de fiscale kwalificatie van de overeenkomst een rol speelt bij de vraag of de overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, blijkt uit dit arrest dat de bedoeling van partijen geen rol speelt bij de vraag of de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. De bedoeling van partijen speelt nog wel een rol bij de beoordeling van de afspraken die gelden tussen partijen.

Op 19 februari 2021 is een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Amsterdam over een zaak waarin een muzikante die als remplaçant (plaatsvervanger) aan het Balletorkest verbonden was, een arbeidsovereenkomst vorderde nadat zij vernam dat ze niet meer zou worden ingezet. De rechtbank concludeerde, kijkend naar de elementen van de arbeidsovereenkomst, dat inderdaad sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Deze twee recent gepubliceerde uitspraken maken duidelijk dat opdrachtgevers er gedegen rekening mee moeten houden dat opdrachtnemers een arbeidsovereenkomst kunnen claimen indien zij niet meer worden ingezet maar ook wanneer zij bijvoorbeeld arbeidsongeschikt worden. Opdrachtgevers komen er dan niet mee weg met het stellen dat er een overeenkomst van opdracht is gesloten en geen arbeidsovereenkomst.

Deze uitspraken zouden weleens tot een hausse aan procedures kunnen leiden van opdrachtnemers die een arbeidsovereenkomst vorderen. Misschien goed om de arbeidsrelaties waarbij een overeenkomst van opdracht is of wordt gesloten (weer) eens tegen het licht te houden. Mocht u hierbij ondersteuning wensen, dan kunt u uiteraard een beroep op ons doen.

Publicatiedatum: 21 februari 2021


Deel dit nieuwsbericht