Leegstand na btw-vrijgestelde verhuur pand leidt tot recht op aftrek!

De Hoge Raad heeft op 13 juni 2014 een belangrijk arrest gewezen omtrent leegstand en aftrek van btw via de herzieningsregels.

Feiten

Belanghebbende heeft een kantoorpand (hierna: het pand) laten bouwen dat in 2003 aan hem is opgeleverd. De ter zake van de bouw van het pand aan hem in rekening gebrachte btw heeft belanghebbende in aftrek gebracht. Belanghebbende heeft het pand na oplevering btw-vrijgesteld verhuurd. De btw-vrijgestelde verhuur leidde tot een integratieheffing (per 1 januari 2014 vervallen) en heeft belanghebbende btw op aangifte voldaan (integratie-btw).

Met ingang van 1 augustus 2008 is de btw-vrijgestelde verhuur geëindigd. Daarna heeft het pand tot en met 30 juni 2011 leeggestaan. Gedurende deze periode had belanghebbende het voornemen het pand belast te verhuren.

Belanghebbende heeft in de btw-aangifte over het vierde kwartaal van 2010 op basis van de herzieningsregels een deel van de integratie-btw in aftrek gebracht. Op grond van deze aangifte is aan belanghebbende een teruggaaf verleend.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur een naheffingsaanslag opgelegd.

Hoge Raad

Uit het arrest volgt dat belanghebbende recht heeft op aftrek door toepassing van de herzieningsregels als gevolg van de leegstand. Belanghebbende had namelijk niet het voornemen het pand in de toekomst voor niet-belaste handelingen te gebruiken. De Hoge Raad wijst erop dat ook in geval van leegstand voor eerste ingebruikname van een pand recht bestaat op aftrek, als dat pand is bestemd om te worden gebruikt voor btw-belaste activiteiten.

Belang voor de praktijk

Indien u over vastgoed beschikt dat leegstaat, is het verstandig om met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad na te gaan of op basis van de herzieningsregels recht bestaat op aftrek van btw.

Mocht u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 13 juni 2014