Levering perceel met oude voorgevel en aangebrachte fundering is levering bestaande onroerende zaak

Levering perceel met oude voorgevel en aangebrachte fundering is levering bestaande onroerende zaak

Op 20 november 2019 is een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch (hierna: gerechtshof) gepubliceerd over de vraag of in verband met de verkrijging van een onroerende zaak overdrachtsbelasting is verschuldigd. De zaak is door de Hoge Raad verwezen naar het gerechtshof.

Feiten
Een besloten vennootschap (hierna: de vennootschap) heeft op 23 januari 2007 als koper een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een perceel grond met daarop een bedrijfspand. In de koopovereenkomst is vermeld dat de levering niet belast is met btw. In juli 2007 is een aanvullende koopovereenkomst gesloten. Hierin is opgenomen dat:

  • indien de vennootschap dat wenst de verkoper eraan zal meewerken dat het verkochte voor rekening van de vennootschap geheel of gedeeltelijk wordt gesloopt, ten behoeve van de te realiseren nieuwbouw voordat de juridische levering heeft plaatsgevonden.
  • de verkoper zal meewerken aan het verkrijgen van een sloopvergunning voor het slopen van het bedrijfspand en een bouwvergunning voor nieuwbouw.
  • indien de vennootschap voorafgaand aan de juridische levering tot sloop overgaat, het risico van het verkochte bij de verkoper blijft en de vennootschap voor aanvang van de sloopwerkzaamheden ten gunste van de verkoper een bankgarantie dient te stellen tot zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen.

Op 21 juni 2007 is aan de vennootschap een bouwvergunning verleend en op 27 juli 2007 aan de verkoper een sloopvergunning. De sloopwerkzaamheden zijn begonnen in augustus 2007.

In de akte van levering van 1 oktober 2007 is onder meer vermeld dat de verkoper aan de vennootschap levert “een perceel bouwterrein bestemd voor de bouw van een winkelpand met aanbehoren” en dat “[h]et verkochte (…) door de verkopende partij [is] gesloopt ten behoeve van de nieuwbouw”. In die akte hebben de vennootschap en de verkoper zich op het standpunt gesteld dat de levering belast is met btw. Tevens is in de akte een beroep gedaan op de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting.
Op het moment van leveren op 1 oktober 2007 was het bedrijfspand gesloopt met uitzondering van het in de nieuwbouw te integreren gedeelte van de oude voorgevel en was de fundering voor de nieuwbouw aangebracht.

Gerechtshof
Het gerechtshof moet beoordelen wat de verkoper voor de btw heeft geleverd (het oude bedrijfspand of een gebouw of bouwterrein waarvan de levering van rechtswege belast is met btw). Hierbij moet het gerechtshof volgens het verwijzingsarrest in aanmerking nemen in hoeverre de sloopwerkzaamheden en/of de vernieuwbouwwerkzaamheden door of voor rekening van de verkoper zijn verricht, dan wel door of voor rekening van vennootschap, mede in het licht van hetgeen partijen hierover zijn overeengekomen.
Naar het oordeel van het gerechtshof heeft de verkoper het oude bedrijfspand geleverd. Het gerechtshof baseert dit op de volgende omstandigheden:

  • Uit artikel 1 van de koopovereenkomst blijkt dat de verkoper en de vennootschap aanvankelijk het standpunt innamen dat sprake was van een niet met omzetbelasting belaste levering van een onroerende zaak.
  • Uit de aanvulling op de koopovereenkomst volgt dat de verkoper en de vennootschap beoogden de sloopwerkzaamheden en/of de vernieuwbouwwerkzaamheden door of voor rekening van de vennootschap te laten komen.

Publicatiedatum: 02 december 2019


Deel dit nieuwsbericht