Levering van alcoholhoudende drank bij lunches en diners is belast met 21% btw

Levering van alcoholhoudende drank bij lunches en diners is belast met 21% btw

Op 8 november 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de Btw-richtlijn uitdrukkelijk toestaat dat bij één restaurantdienst twee verschillende tarieven (6% op spijzen en niet alcoholhoudende dranken en 21% op alcoholhoudende dranken) mogen worden gehanteerd. Toepassing van het algemene btw-tarief van 21% op de levering van alcoholhoudende drank bij lunches, diners en dergelijke is toegestaan.

Feiten
X bv exploiteert een horecagelegenheid. Het pand bestaat uit een restaurantgedeelte, zalen die worden gebruikt voor feesten en zakelijke bijeenkomsten, een lounge-bar en een terras. Klanten kunnen bij X bv terecht voor lunch, diner, kleine hapjes of uitsluitend een drankje. In geschil is of op de alcoholhoudende drank die X bij lunches en diners serveert het verlaagde tarief van 6% btw van toepassing is of het algemene btw-tarief van 21%.

Oordeel rechtbank
X bv stelt dat op de alcoholhoudende drank die zij serveert bij lunches en diners het verlaagde tarief van 6% van toepassing is, omdat sprake is van één restaurantdienst, waarbij het verstrekken van voedingsmiddelen voorop staat en het verstrekken van drank daarin opgaat. De rechtbank is van oordeel dat, ook als de stelling van X bv juist is, dit niet tot gevolg heeft dat de gehele restaurantdienst is onderworpen aan het verlaagde tarief. De Btw-richtlijn staat uitdrukkelijk toe om in het kader van één restaurantdienst twee tarieven te hanteren en de levering van alcoholhoudende drank in het kader van die dienst van het verlaagde tarief uit te sluiten. Ook al is de regeling in de Nederlandse wet iets anders geformuleerd, de regeling is in overeenstemming met hetgeen krachtens de Btw-richtlijn is geoorloofd, aldus de rechtbank.

Publicatiedatum: 22 november 2016


Deel dit nieuwsbericht