Levering van alcoholhoudende dranken bij maaltijden is belast met 21% btw

Levering van alcoholhoudende dranken bij maaltijden is belast met 21% btw

Op 15 november 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Gelderland (hierna: rechtbank) heeft geoordeeld dat de Btw-richtlijn uitdrukkelijk toestaat dat bij één restaurantdienst twee verschillende tarieven (6% op spijzen en niet alcoholhoudende dranken en 21% op alcoholhoudende dranken) mogen worden gehanteerd. Toepassing van het 21%-tarief op de levering van alcoholhoudende dranken bij maaltijden is toegestaan. 

Feiten
Een vennootschap onder firma (hierna: vof) exploiteert een restaurant. Zij heeft in de btw-aangifte de verstrekking van alcoholhoudende dranken tegen het algemene btw-tarief (21%) aangegeven en de verschuldigde btw op aangifte voldaan. De vof heeft bezwaar gemaakt tegen haar eigen voldoening op aangifte en verzocht om een teruggaaf van € 5.083. Dit bedrag betreft het verschil tussen het 21%-tarief en het 6%-tarief met betrekking tot de alcoholhoudende dranken die bij de maaltijden zijn verstrekt.
In geschil is of op de alcoholhoudende dranken die de vof bij de maaltijden serveert het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing is of het algemene btw-tarief van 21%. Partijen zijn het er over eens dat bij restaurantdiensten sprake is van één onsplitsbare prestatie.

Oordeel rechtbank
Uit de uitspraak volgt dat het verstrekken van alcoholhoudende dranken is onderworpen aan het 21%-tarief. De rechtbank ziet geen aanleiding om de zaak aan te houden in verband met een vraag die de Hoge Raad aan het Hof van Justitie heeft gesteld.

Publicatiedatum: 13 januari 2017


Deel dit nieuwsbericht