Meer dan de helft van de opdrachtgevers handelt fiscaal onjuist

Meer dan de helft van de opdrachtgevers handelt fiscaal onjuist

Eerder hebben we bericht dat de Belastingdienst vanaf juli 2018 is gestart met het bezoeken van geselecteerde opdrachtgevers om in gesprek te gaan over de hoe zij omgaan met de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (‘Wet DBA’). Op 5 maart 2019 zijn de resultaten van de deze bedrijfsbezoeken teruggekoppeld aan de Tweede Kamer.

Uit de Kamerbrief ‘Rapportage Toezichtsplan Arbeidsrelaties’ blijkt dat bij meer dan de helft van de bedrijfsbezoeken sprake leek van in meer of mindere mate onjuist handelen. Hiervan is bij 12 bedrijfsbezoeken, op basis van het gesprek, geconstateerd dat de opdrachtgever de arbeidsrelatie niet juist heeft gekwalificeerd waarbij naderonderzoek wordt gedaan naar kwaadwillendheid.

In de gevallen van (vermoedelijk) onjuist handelen gaat het onder meer om:

  • Aanwijzingen voor de aanwezigheid van een gezagsverhouding, terwijl er volgens de gebruikte overeenkomst geen gezagsverhouding zou zijn.
  • Aanwijzingen dat de opdrachtnemer in feite gelijk is te stellen met eigen werknemers (verrichten dezelfde werkzaamheden, geen vervangingsmogelijkheid, het werk van de opdrachtnemer lijkt te zijn ingebed in de organisatie).
  • Arbeidsverhouding kwalificeert als een fictieve dienstbetrekking.
  • Het niet conform de modelovereenkomst werken.

Wanneer de Belastingdienst tot de conclusie komt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 e.v. BW, dan zijn loonbelasting en sociale verzekeringspremies verschuldigd. De Belastingdienst zal geen naheffing opleggen over het verleden d.w.z. over de periode vanaf 1 mei 2016, tenzij de opdrachtgever kwaadwillend is.

De conclusie van de Belastingdienst dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, zou (achteraf) ook gesteld kunnen worden door de opdrachtnemer. Zeker wanneer de opdrachtnemer om wat voor reden zonder inkomsten komt te zitten. Het risico bestaat daarmee dat de opdrachtnemer meent recht te hebben op bijvoorbeeld vakantiebijslag, pensioenopbouw, doorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, etc. van de (voormalig) opdrachtgever.

Mede bezien bovenstaande risico’s is het belangrijk dat de arbeidsverhouding met de opdrachtnemer juridisch goed wordt vastgelegd en dat niet klakkeloos wordt gegrepen naar een door de Belastingdienst gepubliceerde modelovereenkomst. Mochten wij u behulpzaam kunnen zijn met het beoordelen van de overeenkomst(en) die u gebruikt of bij het opstellen van een overeenkomst, dan vernemen wij dat graag.


Publicatiedatum: 10 maart 2019


Deel dit nieuwsbericht