Met terugwerkende kracht een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer

Met terugwerkende kracht een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer

Voordat de werkkostenregeling werd ingevoerd, was het niet noodzakelijk dat voor een onbelaste vaste kostenvergoeding een steekproefsgewijs onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten was uitgevoerd. De inspecteur kon wel verlangen dat een steekproefsgewijs onderzoek werd uitgevoerd om te kunnen controleren of de verstrekte vaste kostenvergoeding overeenstemt met de werkelijk gemaakte kosten. Met de invoering van de werkkostenregeling is artikel 47 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 (‘URLB 2001’), waarin dit was vastgelegd, komen te vervallen.

Nu geldt dat aan (nieuwe) vaste kostenvergoedingen een steekproefsgewijs onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten ten grondslag moet liggen. Het vorenstaande geldt echter niet voor reiskosten die worden verstrekt op basis van de zogeheten 214-dagenregeling. Dit was onder het regime dat gold vóór de invoering van de werkkostenregeling reeds bepaald in artikel 47, tweede lid, URLB 2001 en geldt onder de werkkostenregeling nog steeds. Een zogeheten nacalculatie is wel vereist indien de woon-werkafstand meer bedraagt dan 75 kilometer.

Naar aanleiding van vragen uit de praktijk heeft de VNG op 22 december 2017 een nieuwsbericht gewijd aan de mogelijkheid om Individueel Keuzebudget (‘IKB’) in te zetten voor een vaste onbelaste reiskostenvergoeding.

Naar onze mening wordt uit het nieuwsbericht onvoldoende duidelijk dat met terugwerkende kracht een onbelaste (aanvullende) reiskostenvergoeding tot € 0,19 per reiskilometer kan worden verstrekt voor woon-werkverkeer dat is gemaakt in de verstreken maanden van het kalenderjaar. De uitruil moet echter wel tegen loon geschieden dat nog niet is genoten, bijvoorbeeld het brutomaandloon gedurende de resterende maanden van het jaar of 13e maanduitkering. Dit standpunt zien we bevestigd worden in voorbeeld 3 van paragraaf 3 van het besluit 15 juli 2016, BLKB 2016/765M.

Het is daarbij vermeldenswaardig dat voornoemd besluit geactualiseerd gaat worden. Op 22 december 2017 is het geactualiseerde besluit in de Staatscourant opgenomen, zij het als conceptbesluit. In dat conceptbesluit wordt in voorbeeld 4 van paragraaf 3 aangegeven dat ook een gericht vrijgestelde vergoeding van kosten gemaakt in een voorgaand jaar mogelijk is. Daarvoor geldt dan wel dat de werknemer in dat voorgaande jaar al een onvoorwaardelijk recht op die vergoeding had.

(In de Staatscourant van 27 december 2017 is de rectificatie van de titel van het besluit opgenomen, alsmede is alsnog het nummer van het besluit vermeld. Hiermee lijkt het besluit per 23 december 2017 in werking te zijn getreden).


Publicatiedatum: 26 december 2017


Deel dit nieuwsbericht