Naheffingsaanslag btw en verzuimboete terecht opgelegd

Naheffingsaanslag btw en verzuimboete terecht opgelegd

Op 29 oktober 2014 is een uitspraak van Hof Amsterdam gepubliceerd over een naheffingsaanslag en een verzuimboete.

Feiten

Belanghebbende heeft als voornaamste doel het investeren in, het verwerven, huren, oprichten, slopen, wijzigen, verbeteren, ontwikkelen, beheren van, het handelen in en het exploiteren op welke wijze dan ook van onroerend goed van welke aard ook en waar ook gelegen. Enig aandeelhoudster van belanghebbende is B BV. Bij B BV is door de inspecteur in 2004 een boekenonderzoek ingesteld.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het boekenonderzoek bij B BV zijn partijen in een bespreking tot de conclusie gekomen dat suppletieaangiften voor de btw moeten worden ingediend voor twaalf tot het B-concern behorende rechtspersonen, waaronder belanghebbende. Belanghebbende heeft daarop een suppletieaangifte ingediend.

De inspecteur heeft na ontvangst van de suppletieaangifte per brief om nadere informatie verzocht. Op dit verzoek heeft belanghebbende niet gereageerd. Vervolgens heeft de inspecteur een boekenonderzoek ingesteld bij belanghebbende. Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft de inspecteur de in het geding zijnde naheffingsaanslag en verzuimboete opgelegd.

Hof

Naheffingsaanslag btw

Desgevraagd heeft de gemachtigde ter zitting van het Hof geen antwoord kunnen geven op de vraag waarom de suppletieaangifte ten onrechte of tot een te hoog bedrag zou zijn gedaan. Het hof gaat daarom uit van de juistheid van belanghebbendes suppletie aangifte. Het hof maakt de overwegingen van Rechtbank Noord-Holland tot de zijne en verwerpt in zoverre het hoger beroep.

Het hof merkt verder nog op dat de inspecteur terecht een correctie heeft toegepast met betrekking tot de van btw vrijgestelde verhuur. Het hof overweegt hierbij dat de correctie volledig is gebaseerd op de eigen boekhouding van belanghebbende en dat het op de weg van haar ligt om aan te tonen dat er geen sprake is van vrijgestelde huur. Belanghebbende kan daartoe de huurcontracten overleggen. Dat zij daar, om haar moverende redenen, niet toe bereid is, moet dan voor haar rekening komen.

Verzuimboete

Het Hof is van oordeel dat de rechtbank met betrekking tot de opgelegde boete op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat de aangiften (deels) zijn gedaan door een extern, professioneel te achten kantoor, nog daargelaten dat deze omstandigheid geen rol speelt bij het opleggen van een verzuimboete. Er is geen sprake van een pleitbaar standpunt.

De inspecteur heeft de verzuimboete in verband met de duur van de procedure met 10% (€ 364) verminderd tot een bedrag van € 3.275. De inspecteur heeft de rechtbank bovendien verzocht – in verband met de voorgestelde vermindering van de naheffingsaanslag met € 4.418 – de boete nader te verminderen met € 398. De rechtbank heeft dienovereenkomstig geoordeeld. Voor een verdere vermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn ziet de rechtbank geen aanleiding, nu de bezwaarfase op verzoek van belanghebbende is verlengd en belanghebbende steeds heeft aangegeven verder uitstel van de voortgang van de procedure te wensen. De rechtbank acht de resterende boete passend en geboden.

Publicatiedatum: 06 november 2014


Deel dit nieuwsbericht