Nederland door Europese Commissie voor Hof van Justitie gedaagd om btw-vrijstelling voor watersportorganisaties

Nederland door Europese Commissie voor Hof van Justitie gedaagd om btw-vrijstelling voor watersportorganisaties

Op 25 september 2014 is gemeld dat de Europese Commissie Nederland voor het Hof van Justitie heeft gedaagd in verband met de Nederlandse btw-vrijstelling voor watersportorganisaties. Volgens de Nederlandse bepaling zijn diensten door sportorganisaties aan hun leden vrijgesteld van btw. De btw-vrijstelling is echter niet van toepassing op de diensten van watersportorganisaties bestaande uit werkzaamheden met betrekking tot vaartuigen, of het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen en daarbij gebruik maken van één of meer werknemers. Volgens de btw-richtlijn kunnen diensten die samenhangen met de beoefening van sport of lichamelijke opvoeding en die door instellingen zonder winstoogmerk worden verricht voor personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen, van de btw worden vrijgesteld.

De Europese Commissie acht de btw-vrijstelling voor watersportorganisaties enerzijds te eng en anderzijds te ruim.

De Nederlandse btw-vrijstelling is te eng omdat Nederland als extra voorwaarde voor de btw-vrijstelling stelt dat de diensten moeten worden verricht door vrijwilligers en niet door werknemers.

De Nederlandse btw-vrijstelling is te ruim, omdat btw-vrijstelling wordt verleend voor het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen door (vrijwilligers van) watersportorganisaties. De Europese Commissie is van mening dat de btw-vrijstelling niet mag worden toegepast op het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen, omdat dergelijke diensten niet kunnen worden geacht nauw samen te hangen met sportbeoefening of lichamelijke opvoeding.

Publicatiedatum: 29 september 2014


Deel dit nieuwsbericht