Niet de werkzaamheden maar aard van de gesloten arbeidsovereenkomsten bepalend voor sectorindeling

Niet de werkzaamheden maar aard van de gesloten arbeidsovereenkomsten bepalend voor sectorindeling

Enkele maanden geleden hebben we bericht over de conclusie van A-G Wattel over de sectorindeling van een gemeentelijke personeels-BV. De A-G kwam in zijn conclusie tot het advies om de uitspraak van Gerechtshof Den Haag te vernietigen. Het hof was van mening dat het personeel van de BV op één lijn te stellen is met gemeentelijk personeel, omdat het gemeentelijke taken uitvoert en op de specifieke behoeften van de gemeente is uitgezocht. Gelet op de aard van de werkzaamheden van de BV en op de functie die zij met haar onderneming in het maatschappelijke verkeer vervult, heeft het hof geoordeeld dat zij moet worden ingedeeld in dezelfde sector als de gemeente, te weten in sector 64. 

De Hoge Raad heeft op het cassatieberoep van de staatssecretaris van Financiën op 9 oktober 2015 beslist dat voor de sectorindeling van uitzendbureaus niet de aard van de werkzaamheden, maar de aard van de met de werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten bepalend is. Ze verwijst hierbij naar het arrest van 9 januari 2015, nr. 14/00986. Met zijn oordeel dat de aard van de werkzaamheden en de functie van de onderneming van de BV redengevend zijn voor indeling in sector 64, heeft het hof een andere en dus onjuiste rechtsopvatting gevolgd. Dientengevolge is de aard van de door de BV met de werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten niet of onvoldoende onderzocht. Het beroep in cassatie is dan ook gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Amsterdam. 

De Hoge Raad merkt nog op dat als toepassing van onderdeel 52 van Bijlage 1 bij de Regeling Wfsv op de BV  zou leiden tot aansluiting bij de sector Uitzendbedrijven, concernaansluiting als bedoeld in artikel 5.4 van de Regeling Wfsv, waar BV om heeft verzocht, niet mogelijk is.

Publicatiedatum: 13 oktober 2015


Deel dit nieuwsbericht