Niet ingehouden loonheffing, ondanks niet te goeder trouw, toch te verrekenen

Niet ingehouden loonheffing, ondanks niet te goeder trouw, toch te verrekenen

Ingevolge artikel 15 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen worden met de aanslag verrekend de in de belastingwet aangewezen voorheffingen. In artikel 9.2, eerste lid, aanhef en onder a, en zevende lid, van de Wet IB 2001 zijn de geheven loonbelasting en de bij wijze van inhouding geheven premie volksverzekeringen als voorheffingen op de IB/PVV aangewezen.

 

In een uitspraak van 5 februari 2013 heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden al eens geoordeeld dat van een inhoudingsplichtige nageheven loonheffing als geheven loonheffing kwalificeert. De omstandigheid dat de loonheffing niet zou zijn ingehouden, en of de werknemer te goeder trouw mocht menen dat dit wel het geval was, doet daaraan niet af. Zie een eerder nieuwsbericht.

 

Wanneer de loonheffing niet als eindheffing zijn (na)geheven is deze loonheffing als voorheffing aan te merken en komt zij voor verrekening in aanmerking. Zie het arrest va de Hoge Raad van 26 september 2003, nr. 38.532. Daaraan doet niet af dat de naheffingsaanslag niet is betaald en vermoedelijk ook niet zal worden betaald.

 

Op 13 juli 2015 is een uitspraak van Rechtbank Den Haag gepubliceerd met een gelijke strekking en waar ter onderbouwing ook naar het arrest van 26 september 2003 wordt verwezen. Naar het oordeel van de rechtbank kan eiser, gelet op de genoemde jurisprudentie van de Hoge Raad dan ook een bedrag als te verrekenen loonheffing in aanmerking nemen, zijnde het volledige bedrag van de ter zake van zijn loon niet afgedragen maar wel nageheven loonheffing. Dat eiser mogelijk niet te goeder trouw heeft gehandeld doet aan dit oordeel niet af.

Publicatiedatum: 26 juli 2015


Deel dit nieuwsbericht