Nieuwe ontslagrecht als middel tegen oneigenlijke vormen van contracting

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 17 april 2015 een brief naar de Tweede Kamer gezonden met zijn reactie op contracting.

Bij contracting worden van een opdrachtgever aangenomen of overgenomen werkzaamheden uitgevoerd door werknemers in dienst van een ander bedrijf of door zelfstandigen zonder personeel. Contracting is feitelijk het aanbesteden of uitbesteden van werkzaamheden. Bekende voorbeelden zijn het uitbesteden van de administratie, ict-activiteiten, beveiliging, schoonmaak, catering en logistiek.

Bij het uitbesteden van werkzaamheden kunnen verschillende arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn:

• volgens de rechten en verplichtingen die de werknemers hadden bij de oorspronkelijke werkgever (wanneer sprake is van een overgang van onderneming);
• volgens de arbeidsvoorwaarden van een algemeen verbindend verklaard bedrijfstak-cao (wanneer de werkzaamheden onder de werkingssfeer van deze cao vallen); of
• volgens een individuele arbeidsovereenkomsten met de wettelijke rechten en verplichtingen als ondergrens.

Bij oneigenlijke vormen van contracting, waarbij het feitelijk louter te doen is om de bezuiniging op personeelskosten, zal in het nieuwe ontslagrecht geen toestemming voor ontslag worden verleend, noch door UWV, noch door de rechter, als werknemers voor ontslag worden voorgedragen terwijl het werk bij de werkgever naar aard en omvang in het geheel niet wijzigt. Tegen deze achtergrond zal de werkgever steeds de reden moeten toelichten en aannemelijk moeten maken dat het uitbesteden van werkzaamheden ten dienste staat van een doelmatige bedrijfsvoering, en niet enkel is ingegeven door het willen vervangen van vaste werknemers door flexibele of goedkopere arbeidskrachten (waaronder ook wordt verstaan zelfstandigen), alvorens toestemming voor ontslag wordt verleend.

Publicatiedatum: 20 april 2015