NOB wenst nadere invulling van extra voorwaarde voor lage WW-premie
Onlangs hebben wij bericht over de voorgenomen wijziging van
het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen (hierna: Besluit Wfsv) per 1
januari 2023 waarbij een extra voorwaarde wordt toegevoegd voor toepassing van
de lage WW-premie.
Omdat uit onderzoek naar ontwijkconstructies in de WW naar
voren is gekomen, dat werkgevers een tijdelijke urenuitbreiding zo vormgeven
dat daarvoor de lage WW-premie geldt, wil het kabinet wijzigingen in het
Besluit Wfsv doorvoeren. Als hoofdregel moet gaan gelden, dat indien sprake is
van een arbeidsovereenkomst waarin meer dan één arbeidsomvang is overeengekomen
de hoge WW-premie van toepassing is gedurende de gehele periode dat er meer dan
één arbeidsomvang is vastgelegd. Door de invoering van deze hoofdregel kan een aantal
onwenselijke situaties ontstaan. Om deze te voorkomen, is voorzien in enkele
specifieke uitzonderingen.
Tot 29 maart 2022 konden belangstellenden reageren op de internetconsultatie
voor de wijziging van het Besluit Wfsv. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (hierna: NOB) is één van de partijen die heeft gereageerd.
In zijn reactie gaat de NOB met name in op een tweetal uitzonderingen op de
hoofdregel; een eenmalige tijdelijke urenuitbreiding en een eenmalige
tijdelijke urenvermindering. Om complicaties in de uitvoering te voorkomen,
heeft het kabinet er voor gekozen om de term ‘eenmalig’ niet nader in te
vullen. Volgens de NOB creëert dit echter onwenselijke situaties. De NOB is er
dan ook voorstander van om het begrip ‘eenmalige uitzondering’ zo in te vullen
dat het bijvoorbeeld eens in de paar jaar is toegestaan om de arbeidsomvang aan
te passen. Deze invulling is ook voorgesteld in de concept-Nota van Toelichting
en zou volgens de NOB werkgevers meer ruimte geven om pieken op te vangen.
We wachten af hoe de definitieve voorstellen eruit gaat
zien. Wordt vervolgd!
Publicatiedatum: 06 april 2022
Deel dit nieuwsbericht