Ondanks instemming OR geen afwijking van cao mogelijk

Vakbond verzet zich tegen afzien van rechten ter behoud van werk.

In de CAO Motorvoertuigenbedrijf is vastgelegd dat werknemers in 2013 recht hebben op een eenmalige uitkering van 1,5%, of eenmalig drie extra vrije dagen. Zoals bekend, gaat het niet goed in de automobielsector en ook niet met de autodealer in deze kwestie. De autodealer legt met instemming van de OR aan de werknemers de vraag voor of zij zouden willen afzien van deze bepaling in de cao. Bij een peiling blijkt 60 procent van de werknemers het daarmee eens te zijn.

FNV Bondgenoten is het er echter niet mee eens. Volgens FNV Bondgenoten moet de afstandverklaring voor de werkgelegenheidsdagen die de werknemers via het intranet van de werkgever konden invullen, worden gezien als een beding tussen werkgever en werknemer dat op basis van artikel 12 Wet CAO nietig is. Artikel 12 Wet CAO bepaalt dat een beding tussen werkgever en werknemer dat in strijd is met de cao nietig is. De bedoeling van dit artikel is om te voorkomen dat een werknemer onder druk gezet wordt door de werkgever om akkoord te gaan met minder gunstige arbeidsvoorwaarden dan volgens de cao vereist.

De kantonrechter in Apeldoorn heeft op 17 juli 2013 de vakbond in het gelijk gesteld. De cao is een minimum-cao, waarvan alleen ten gunste van de werknemer kan worden afgeweken. Afzien van het opnemen van de werkgelegenheidsdagen is niet ten gunste van de werknemer. De cao moet dus onverkort worden uitgevoerd.

Bij de beoordeling of een arbeidsovereenkomst ten voordele van de cao afwijkt, moet ieder beding in de arbeidsovereenkomst dus afzonderlijk worden getoetst.

Publicatiedatum: 25 juli 2013